Conner Timmers - Wikiwijs Maken (2024)

Instructie

Hoe moet je leeslogboek eruit zien?

Je leest in havo 4 in totaal zes boeken. Bij elk boek moet je je leeslogboek updaten. Maak de opdracht in Wikiwijs en niet via een bestand als bijlage!

Bij elk gelezen boek moet er een reflectie terug te vinden zijn in je leeslogboek. Hiervoor moet je de volgende stappen doorlopen:

1. Zorg er eerst voor dat je een eigen Wikiwijspagina aanmaakt. De instructie die je stap voor stap uitlegt hoe dit moet, vind je in de studiewijzer.
2. De gemaakte opdrachten moeten direct zichtbaar zijn. Dat betekent dat je de teksten typt in Wikiwijs of kopieert vaunit Word. Je mag geen Worddocument toevoegen als bijlage!
3. Geef op het tabblad 'boekenoverzicht' een volledig overzicht van de gelezen boeken. Zo kun je in één oogopslag zien welke boeken je gelezen hebt. Noteer van elk boek: de titel, de auteur, het niveau van het boek en het aantal sterren dat je het boek zou geven. Hierbij geldt dat 5 sterren maximaal is. Houd dit overzicht up-to-date!
2. Voor elk boek gebruik je vervolgens een tabblad waar je een verwerkingsopdracht maakt bij het gelezen boek. De opdrachten waar je uit kunt kiezen, vind je bij het tabblad 'opdrachten'. Je mag hierbij natuurlijk werken met afbeeldingen als je wilt!
3. Aan het begin en aan het einde van het schooljaar ontvang je van je docent nog overige opdrachten die je bij het tabblad 'overige opdrachten' moet uitvoeren.


Word je beoordeeld?
Je docent zal aangeven wanneer zij de leeslogboeken gaat bekijken. Als je ervoor zorgt dat je op dit moment 'helemaal bij bent' met updaten, kan je docent je feedback geven. Je krijgt geen tussentijdse beoordeling. Pas aan het einde van havo 5, net voor je mondeling literatuur, zal je van je docent een eindscore krijgen voor je leeslogboek. Hierbij wordt gelet op volledigheid, kwaliteit en ontwikkeling.

Verwerkingsopdrachten

In je leeslogboek is het van belang dat je bij elk gelezen boek vooral aangeeft wat je ervan vond en waarom. Je kunt hierbij kiezen uit een aantal vaste opdrachten of je maakt een eigen verslag waarin de voor jou belangrijkste informatie is opgenomen.

Neem bij elk boek sowieso op: titel - auteur
Op deze manier is het voor jouzelf en voor je docent direct duidelijk over welk boek het verslag gaat.

Kies voor een eigen verslag, of kies één van de volgende opdrachten om op te nemen in je leeslogboek:

Recensieopdracht

Schrijf een recensie waarin je elementen uit de samenvatting, de analyse, de schrijversinformatie en je eigen mening combineert. Let hierbij op het volgende:
- Je schrijft de recensie voor iemand die het boek niet gelezen heeft. Laat de lezer van de recensie dus eerst kennismaken met het boek. Vertel kort waar het over gaat / neem een stukje uit het boek letterlijk over. Maak de lezer nieuwsgierig naar het verhaal
- Vertel in de kern meer over de analyse en de schrijver. Combineer deze informatie met je eigen mening. Leg dus steeds uit wat jij ergens van vindt.
- In het slot geef je je eindoordeel. Je vertelt wat je uiteindelijk ‘over-all’ van het boek vond. Je geeft een tip aan mogelijke lezers of reageert op de verwachting die je had voordat je ging lezen.
- Je recensie krijgt een passende en pakkende titel. Dat kan een quote zijn uit het boek, het mag al iets zeggen over je eindoordeel. Als het maar origineel is en de aandacht trekt.
- Markeer in je recensie de zinnen / zinsdelen waarin je je eigen mening verwoordt.

Opdracht van Lezen voor de Lijst

Maak de opdrachten die op de site www.lezenvoordelijst.nl horen bij jouw boek. Als er bij jouw boek opdrachten horen op verschillende niveaus, kies dan de opdracht die het beste bij jou past. Neem bij de uitwerking van de opdracht telkens de opdracht over en het bijbehorende antwoord. Geef tot slot kort aan waarom je voor deze opdracht gekozen hebt.

Juryrapport

Je doet alsof het boek dat je hebt gelezen is ingezonden voor een landelijke boekenwedstrijd. Bij deze wedstrijd ben je als jurylid op zoek naar het beste Nederlandstalige boek. Om dit beste boek te kunnen kiezen, moet je eerst bepalen aan welke eisen het moet voldoen. 2 eisen zijn al bekend, namelijk: - het boek moet een verrassend einde hebben EN - de titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Wat ga jij als jurylid op papier zetten:
- Je vult de gegeven eisen aan met 3 eigen eisen waarvan jij vindt dat het beste boek daaraan moet voldoen. Geef ook een korte motivatie / verantwoording bij elke eis: waarom vind je deze eis belangrijk?
- Uiteindelijk heb je een lijst van 5 eisen verzameld die je nu moet gaan koppelen aan het gelezen boek. Dit doe je door bij elke eis een omschrijving te geven van jouw boek. Dus bijvoorbeeld: heeft het boek een verrassend einde? Waarom wel of waarom niet? De antwoorden hoeven niet altijd positief te zijn.
- De laatste stap is bepalen of jouw boek het beste Nederlandstalige boek is. Dit doe je door een conclusie te schrijven bij de 5 eisen. Je geeft een korte samenvatting van jouw bevindingen en komt tot een eindoordeel. Dit eindoordeel hoeft niet altijd positief te zijn!

Brief van de uitgever

Bij deze opdracht kruip je in de huid van de uitgever. Je doet je alsof het boek dat je gelezen hebt, nog niet is uitgegeven.
Stel je voor: je werkt bij een uitgeverij. De schrijver van jouw boek komt binnen met zijn verhaal en vraagt of jij het werk wilt uitgeven. Je bent best enthousiast, maar je ziet nog wel ruimte voor verbeteringen. Je besluit om jouw reactie op papier te zetten en naar de schrijver te sturen.
De opdracht:
- Schrijf een brief aan de schrijver. Je begint natuurlijk met een korte inleiding.
- Vervolgens geefje jouw persoonlijke oordeel over het boek. Het is jouw oordeel, dat betekent dat het zowel positief als negatief kan zijn.
- Daarna ga je aangeven waarom je op dit moment het boek nog niet wilt uitgeven. Je geeft3 elementen waarvan je vindt dat deze aangepast moeten worden en waarom. Denk bij elementen aan de theorie van verhaalanlyse.
- Als je hebt aangegeven wat je aangepast wilt hebben en waarom, ga je de schrijver advies geven in hoe hij/zij het moet aanpassen. Je hebt hier als uitgever natuurlijk een visie in. Dus: wat zou de schrijver moeten doen om ervoor te zorgen dat je het boek wel uitgeeft.
- Je rondt de brief netjes af.

Brief aan de uitgeverij

Stel je voor: het werk dat je gelezen hebt, heb je zelf geschreven. Je blijkt over bijzonder schrijftalent te beschikken. Het verhaal is nog niet gepubliceerd, maar je wilt graag dat een uitgeverij het uit gaat geven. Je besluit een uitgeverij te schrijven om je verhaal te promoten!
- Je schrijft een brief aan een uitgeverij. Ga eerst eens op zoek naar bestaande uitgeverijen en kies een geschikte uit voor jouw boek.
- Je introduceert jezelf als schrijver en je vertet kort waarom je deze brief schrijft.
- In de kern introduceer je het verhaal. Je geeft informatie over de titel, het thema, het plot en het perspectief.
- Je legt uit voor welk publiek jouw boek geschikt is. Koppel dit aan de niveaus van Lezen voor de Lijst en leg uit waarom dit het geschikte publiek is.
- Rond je brief netjes af.

Boekenoverzicht

1. Tralievader - Carl Friedman - Niveau 2 - 4/5 sterren
2. De man die werk vond - Herman Brusselmans - Niveau 2 - 2/5 sterren
3. De aanslag - Harry Mulisch - Niveau 4 - 4/5 sterren
4. De oesters van Nam Kee - Kees van Beijnum - Niveau 3 - 3,5/5 sterren
5. Pizzamaffia - Khalid Boudou - Niveau 2- 4/5 sterrren
6. De engelenmaker - Stefan Brijs - Niveau 4 - 2,5/5 sterren

7. J. Kessels: The Novel - P.F. Thomése - Niveau 3 - 2/5 sterren

8. Hersenschimmen - J. Bernlef - Niveau 3 - 3,5/5 sterren

9. Roxy - Esther Gerritsen - Niveau 3 - 3,5/5 sterren

10. De kleine blonde dood - Boudewijn Büch - Niveau 2 - 4/5 sterren

Boek 1 - havo 4 - Tralievader

Tralievader

Carl Friedman

Kamp

Het boek tralievader gaat over Jochel. Jochel is de vader van twee kinderen en heeft in zijn verleden veel vervelende dingen meegemaakt. Jochel is Joods en is vandaar tijdens de tweede wereldoorlog opgesloten in een concentratiekamp. Voordat hij het kamp in moest had hij al een relatie met de moeder van de twee kinderen. Dat maakte het extra moeilijk om in het kamp te moeten zitten want ze wisten allebei niet van elkaar op ze nog leefden of hoe het met ze ging. De moeder hoefde niet het kamp in omdat zij geen joodse achtergrond heeft. Een aantal jaren later is Jochel inmiddels het kamp uit en heeft twee kinderen. Jochel heeft een heel groot trauma over aan het kamp en kan daardoor niet anders dan alleen maar verhalen vertellen over zijn tijd in het kamp. Zijn kinderen horen thuis niets ander dan verhalen over zijn tijd in het kamp en zijn dat op een gegeven moment zat.

In dit boek zitten heel veel flashbacks. Er zitten veel flashbacks in dit verhaal omdat Jochel ooit in een concentratiekamp gevangen genomen zat en daar heel vaak aan terugdenkt en daar verhalen over vertelt. Elke keer als Jochel weer vertelt over iets wat hij in zijn verleden heeft meegemaakt is dat weer een flashback. Soms zorgen de flashbacks wel voor verwarring want soms gaat het van het heden naar het verleden en dan ineens weer terug naar het heden. Toch vind ik het wel knap en goed gedaan van de schrijver dat hij het zo goed heeft weten te combineren, want naast dat het soms wat onduidelijk is heeft hij het knap gecombineerd.

Ik vind de titel tralievader deels toepasselijk en deels niet een toepasselijke titel. Tralievader vind ik geen toepasselijke titel omdat als ik het woord tralie hoor denk ik aan tralies van gevangenis en dan denk ik sneller aan dat Jochel een strafbaar feit heeft gepleegd en daardoor een hele tijd in de gevangenis moet zitten, en dat zijn kinderen hem alleen kunnen zien als hij in de gevangenis is.

Tralievader vind ik wel een toepasselijke titel omdat Jochel toch wel een soort van achter de tralies heeft gezeten en het hele verhaal door komen er dingen terug over wat er gebeurde toen hij achter de tralies zat. Ook vind ik het wel een toepasselijke titel want hij vertelt als vader tegen zijn twee kinderen de verhalen over zijn ervaringen in het concentratiekamp.

Ik vond het boek wel leuk maar het boek was wel een beetje anders dan wat ik ervan had verwacht. Ik vond het boek wel leuk omdat het onderwerp tweede wereldoorlog me over het algemeen ergaanspreekt en ik dat wel een interessant leuk onderwerp vind. Het boek was anders dan wat ik ervan had verwacht, omdat ik had verwacht dat er heel veel spanning in voor zou komen en dat gecombineerd zou worden met gruwelijke dingen uit de tweede wereldoorlog maar dat was eigenlijk totaal niet het geval. Als ik het boek nog zou moeten lezen zou ik niet verwachten dat er veel spanning of ruzie in voorkomt want dat is niet het geval. Ook worden er in het boek verhalen vertelt die echt gaan over hoe het in een concentratiekamp was en niet hoe het in het algemeen tijdens de tweede wereldoorlog.

Conner Timmers

12-10-17

H4D

Boek 2 - havo 4 - De man die werk vond

De man die werk vond

Herman Brusselmans

Samenvatting:
Het boek handelt over Louis Tinner’s werk. Louis Tinner is de bibliothecaris van de recreatie-bibliotheek in het Boekenpaleis.
Elke morgen komt hij aan in hartje Brussel met de trein, koopt een krant en enkele blikjes Jupiler, en vervolgens zet hij z’n tocht verder naar z’n werk waar hij zo goed al elke dag 10 minuten te laat komt.
Hij brengt zijn dag door met roken, drinken en veel meer zal het niet zijn.
Elke middag loopt hij even rond in Brussel of gaat even in de refter zitten bij enkele collega’s. Louis is iemand die veel nadenkt over het leven en heeft ze niet alle vijf op een rij.
Vanaf het begin wordt hij al lastiggevallen door de secretaresse van de directeurvan het Boekenpaleis. De grote baas wil hem namelijk zo rap mogelijk spreken. Louis , die al meerdere waarschuwingen kreeg voor zijn slecht gedrag, veegt aan deze waarschuwingen zijn voeten.
We maken in het boek ook kennis met het koffiemeisje die ongeveer 3 à 4 keer per dag langsloopt bij iedereen in het gebouw. Een ander veel voorkomend personage in het boek is het fotokopieermeisje. In Louis bureau komen heel wat rare types over de vloer zoals de meneer bij wie pagina 135 uit het boek was verdwenen of de dame die een boek wou lenen met een blauwe kaft maar meer info wist ze niet over dat boek. Hij krijgt natuurlijk heel wat schoonheden over de vloer zoals de 2 meisjes die niet graag lezen maar toch 4 boeken meenamen.

Het is een verhaal zonder spanning en zonder doel.
Louis moet in de loop van het verhaal ook een nota schrijven over een de uitleningen in het jaar 1982.Eerst schreef hij een zeer uitgebreide nota maar die vond hij maar niets en daarom begon hij opnieuw. Z’n volgende nota was:

Deze moest hij gaan afgeven op de dienst statistiek.
In het kleine kantoortje zaten 2 meisjes die nog niet zo goed ingewerkt waren, ze verwezen hem door.Hij moest naar mevrouw Maximus, die hem oplegde een deftige nota te schrijven.

Vervolgens ging hij naar de dienst personeel om de directeur te kunnen spreken.Hier werd hij geconfronteerd met 2 meisjes en een jongen. Deze laatste dacht dat hij grappig was en bracht die 2 andere seuten dan ook telkens aan het lachen. Louis kon het niet laten om wat ruzie te stoken en uiteindelijk sloeg hij die gast in elkaar. Opeens kwam de directeur binnen en Louis mocht mee naar het bureau van de grote baas.
De directeur wist tot Louis’ grote verbazing heel wat over hem, dat hij tijdens de werkuren het gebouw verliet, mensen afsnauwde, tegen mensen zever verkocht,…
Maar dat hij de directeur zijn zoon had in elkaar geslagen was er teveel aan en dus werd hij onmiddellijk ontslaan.

(Bron: scholieren.com)

Informatie over de schrijver:

Herman Brusselmans is een vlaamse schrijver die niet geheel geliefd is overal, maar tegelijkertijd ook weer wel. Er wordt vaak kritiek geleverd op zijn nogal grove taalgebruik, maar dat kan zijn boeken ook heel interessant maken volgens vele. Zijn thema’s zijn dus vaak; seks, liefde , verveling en drank. De drank vormt in dit boek ook een soort hoofdrol, want de hoofdrolspeler is verslaafd aan drinken. Deze thema’s vallen vaak bij jongeren in de smaak, maar ook ouderen met een voorkeur voor ‘boeken op het randje’ vinden zijn boeken geweldig. Samen met Tom Lanoya en Kristiek Hemmerechts is Herman Brusselmans de meest toonaangevende schrijver van België , zei hebben de Belgische literatuur op de kaart gezet. Een ander detail van Brusselmans is dat hij per jaar gemiddeld twee boeken uitbrengt, wat zeer hoog is.

Lijst van Brusselmans zijn boeken:

  • 1984: Prachtige ogen (roman)
  • 1985: De man die werk vond (roman)
  • 1986: Heden ben ik nuchter (roman)
  • 1987: Zijn er kanalen in Aalst? (roman)
  • 1989: Dagboek van een vermoeide egoïst (roman)
  • 1990: Vlucht voor mij (roman)
  • 1991: Ex-schrijver (roman - Plotseling gebeurde er niets 1)
  • 1993: Ex-minnaar (roman - Plotseling gebeurde er niets 2)
  • 1994: Ex-drummer (roman - Plotseling gebeurde er niets 3)
  • 1994: Het oude nieuws van deze tijden (roman)
  • 1995: De terugkeer van Bonanza (roman - Guggenheimer 1)
  • 1995: Vrouwen met een IQ (roman)
  • 1996: Autobiografie van iemand anders (roman)
  • 1996: Guggenheimer wast witter (roman - Guggenheimer 2)
  • 1997: Zul je mij altijd graag zien? (roman)
  • 1997: Logica voor idioten (roman)
  • 1998: Nog drie keer slapen en ik word wakker (roman - De man die werk vond 2)
  • 1999: Het einde van mensen in 1967 (roman)
  • 1999: Uitgeverij Guggenheimer (roman - Guggenheimer 3)
  • 2000: Vergeef mij de liefde (roman - Iedereen is uniek behalve ik 1)
  • 2001: Pitface (roman)
  • 2002: De kus in de nacht (roman - Iedereen is uniek behalve ik 2)
  • 2002: Mank (roman)
  • 2003: De droogte (roman)
  • 2004: Ik ben rijk en beroemd en ik heb nekpijn (roman - Iedereen is uniek behalve ik 3)
  • 2004: In de knoei (roman)
  • 2005: Het spook van Toetegaai (roman)
  • 2007: Muggepuut (roman - Muggepuut 1)
  • 2007: De perfecte koppijn (roman - Muggepuut 2)
  • 2008: Toos (roman - Muggepuut 3)
  • 2008: Een dag in Gent (roman)
  • 2009: Mijn haar is lang (roman)
  • 2009: Kaloemmerkes in de zep (roman)
  • 2010: Trager dan de snelheid (roman - De man die werk vond 3)
  • 2011: Van drie tot zes (roman)
  • 2011: De biografie van John Muts (roman)
  • 2012: Watervrees tijdens een verdrinking (roman)
  • 2012: Guggenheimer in de mode (roman - Guggenheimer 4)
  • 2013: Mogelijke memoires (roman)
  • 2013: De qualastofont (roman)
  • 2014: Poppy en Eddie (roman)
  • 2014: Zeik (roman)

(bron: wikipedia + eigen kennis)

Analyse:

Ruimte

· Het verhaal speelt zich vooral af in de bibliotheek waar Louis werkt. Soms dwaalt hij wel eens rond door het gebouw, of gaat hij even bier halen en daarom door de drukke straten van Brussel lopen. Het belangrijkst is in ieder geval de bibliotheek.

· Dat hij steeds in de bibliotheek is, is zeker belangrijk, want daar gaat het hele boek zowat over. Het is een soort gevangenis voor hem, zo ervaart hij het ook een beetje. Hij wil er heel graag weg, want hij denkt dat dat goed voor hem zal zijn. Hij beschrijft het ook goed; het is er klein en benauwd, met maar één venstertje en geen zonlicht die naar binnen kan schijnen. De enige lichtbron is een lamp, waarvan hij denkt dat het slecht is voor zijn ogen, omdat hij elke dag in dat kunstlicht zit. Daarom weet je dat hij het daar niet naar zijn zin heeft.

Tijd

· Het verhaal speelt zich waarschijnlijk af in ongeveer 1983, want als hij een nota moet schrijven van de afdeling Statistiek over het aantal uitleningen in het jaar 1982, neem ik aan dat het zich dan in 1983 afspeelt. Het is niet echt belangrijk voor het verhaal, want zoiets kan iedereen meemaken, in welk jaar je ook leeft. Er zijn de afgelopen jaren, decennia, eeuwen wel meer mensen geweest die het gevoel hadden dat het leven nutteloos was, dat hun leven nutteloos en leeg was. Het kan altijd geweest zijn, of zelfs nu gebeuren.

· Het verhaal is chronologisch verteld.

· Ik denk dat er sprake is van een open einde, want het kan nog alle kanten opgaan met Louis. Het liefst heb ik dat hij doodgaat en verlost wordt van zijn lijden, maar wie ben ik om dat te bepalen? Helaas, hij gaat niet dood, er komt zelfs een deel twee over onze Louis. Hopelijk gaat het daarin wat beter met hem, ik gun het hem van harte.

· Er waren geen flashbacks en/of vooruitwijzingen. Ook opvallende tijdsvertragingen waren er niet echt. Wat wel heel duidelijk aanwezig was, was dat alles heel langzaam verliep. Het hele boek was gewoon vertraagd, maar wat wil je ook, als je zelfs je ontlasting gedetailleerd gaat beschrijven? Dat viel me in ieder geval op.

Perspectief

· Je volgt het verhaal uit de ogen van Louis. Je komt alleen de dingen te weten waarover hij vertelt of nadenkt. Je bent dus volkomen afhankelijk van hem. Bijvoorbeeld als hij iemand niet aardig vindt, meestal om een belachelijke reden, kan je niets anders doen dan zijn mening te delen. Misschien is diegene wel heel aardig, maar daar kom je nooit achter, want Louis vertelt dat niet.

· Het perspectief is zeker onbetrouwbaar. Als je alleen naar hem zou luisteren, zou je nog denken dat iedereen gek was behalve hij. Gelukkig heb je als lezer (dat neem ik dan tenminste aan) iets als een gezond verstand, en geloof je niet alles wat hij zegt.

· Je wordt wel erg beïnvloed door de gedachten en woorden van Louis, maar het is weer niet zo dat ik ga beginnen te denken als Louis. Zijn kijk op het leven is nou eenmaal anders, dat blijkt wel uit dit boek. Toch krijg je na het lezen soms de neiging om ook mensen te beoordelen op hun uiterlijk, en misschien zelfs beter naar de mondhoeken van mensen te kijken om te zien of hij/zij geen ‘incestproduct’ is…

Stijl

· Louis vloekt veel. Dat valt het meest op in dit boek. Hij praat heel simpel, alledaags, al is het soms wel lastig om een woord te kunnen herkennen. Het is geen uitzondering als er in een zin woorden als trut, kalf, kutwijf en klootzak voorkomen. Typische Louis-taal.

· Zijn taalgebruik en stijl passen heel goed bij Louis, dat is een deel van hem. Hij denkt veel na over van alles, maar eigenlijk gaat het nergens over, het is allemaal onzin. Toch weet hij het steeds zo te brengen dat het boeiend blijft. Alles wat hij vertelt lijkt belangrijk door zijn manier van vertellen. Het is onmogelijk om je een Louis voor te stellen die een lange, grammaticaal kloppende zin kan uit kramen. Hij is nog net geen Johan Cruijf, maar hij gaat wel die kant op. Zoals hij het zelf ook aangeeft: ‘Het is gezeik, dacht hij, vol grammaticale fouten. Toch luisteren ze aandachtig.’

c. Thematiek

· De hoofdgedachte van het verhaal is makkelijk aan te geven. Louis heeft het nergens anders over: verveling. Hij verveelt zich te pletter, zijn leven lijkt hem nutteloos, hij heeft niets om voor te leven. Wat doe je als je de zin van het leven niet meer ziet? Je vervelen, proberen de tijd te doden.
Dat lukt Louis eigenlijk perfect, hij weet zijn dagen wel door te komen. Alleen de manier waarop hij dat doet is niet handig. Zo zorgt hij er alleen maar voor dat hij nog dieper zinkt in het drijfzand dat verveling heet. Hierdoor wordt zijn leven alleen maar nuttelozer, maar dat ziet hij niet.

· Louis gaat uit verveling hele rare dingen doen. Om te kunnen overleven op zijn werk gaat hij bijvoorbeeld met boeken lopen gooien en/of voetballen, of beter, voetboeken. Het is ook typisch dat hij uit verveling gaat roken en drinken, en niet zo’n beetje ook. Hij is een goed voorbeeld van een kettingroker, en een paar pilsjes in de ochtend zijn niet uit den boze bij hem. Dat komt wel vaker terug, ook in de ‘echte’ wereld; dat mensen gaan roken als ze (even) niet weten wat ze moeten doen. Louis heeft ook wel in de gaten dat het niet goed is dat hij zoveel rookt en drinkt, maar wat erg is, is ook anders, en dat is voor hem een positief punt natuurlijk.
Uit verveling gaat hij ook veel nadenken over de vreemdste dingen, hier een fragment waaruit dat blijkt:
Als je blind bent, viel het hem te binnen, kan je ook geen klok meer lezen. Je kan wel aan iemand vragen die wél ziet, hoe laat het is. Voor zo iemand is het eenvoudig je voor een uur op te lichten. Hij kan zeggen: ‘Het is twee uur,’ terwijl het eigenlijk drie uur is. Zo komt men als blind mens en uur te laat voor een belangrijke afspraak en de wonderbril gaat naar iemand anders. Vreselijk.
Louis ging op de stoel zitten, dat was al een tijdje geleden. Uit zijn boekentas haalde hij een blikje pils.
‘Alcohol voor de middag leidt tot drankzucht,’ mompelde hij. ‘Drankzucht leidt tot een zieke lever,’ ging hij door, ‘een zieker lever leidt tot hospitalisatie. Hospitalisatie leidt tot de kans een geschikte verpleegster te ontmoeten, op wie de patiënt dadelijk verliefd wordt. Helaas is de leverziekte ongeneeslijk en spoedig sterft de verliefde drinker.’
Louis dronk gulzig van het bier. Eén gulp goot hij naast z’n mond en het vocht druppelde op zijn kleren. ‘Jezus,’ mompelde hij, ‘ook dat nog. En de toestand was voorheen als zo rampzalig.’

· Het verband tussen de hoofdgedachte en de titel is dat er op het eerste gezicht geen verband is. In het boek ‘De man die werk vond’ raakt een man zijn baantje kwijt. Dat klinkt erg tegenstrijdig. Maar ik denk toch dat er een verband is, omdat ik denk dat hij de baan die hij is kwijtgeraakt niet als zijn werk ziet. Het werk in de titel is niet het werk uit het boek. Onder werk versta ik in dit geval je leven, dat je er van alles voor moet doen om zo hoog mogelijk te komen en er het beste van moet maken. Nu Louis is ontslagen, heeft hij de mogelijkheid om iets te maken van zijn toch al nutteloze leven. Maar je kan niets beginnen als het alleen een kans blijft, hij moet die kans ook grijpen om ook echt iets te bereiken.

Het kan ook zijn dat er echt geen verband is, maar een grapje van Brusselmans. Dat hij juist het tegenovergestelde van de inhoud van het boek heeft gebruikt als titel. Het zou me niets verbazen.
Er is wél een verband tussen het motto en de hoofdgedachte. Can’t find no antidote for blues. Dat is perfect van toepassing op Louis. Hij heeft geen idee hoe hij kan afkomen van zijn verveling en zijn donkere kijk op het leven. Hij houdt zich voor dat hij wel wat probeert te doen om een beter leven te leiden, maar dat doet hij niet, en uiteindelijk geeft hij de schuld aan anderen. Hij zoekt het probleem niet bij zichzelf, maar bij anderen, wat nou juist het probleem is.

· Toen ik voor het eerst las waarover het boek ging dacht ik meteen aan ‘De avonden’ van Reve. En voor het geval het niet duidelijk is, dat is niet bepaald positief. ‘De avonden’ vond ik niet om door te komen, alles was zo saai en zo eentonig. Ik snap niet dat er mensen zijn die dat serieus een goed boek vinden. Misschien dat ik over 10 jaar ook zo iemand ben, God verhoede, maar nu in ieder geval totaal niet.
Ik snap wel waarom ze die vergelijking maken met dit boek, want eigenlijk gaat het om precies hetzelfde, alleen is ‘De man die werk vond’ aangedikt met cynisme en sarcasme. Toch vind ik de versie van Brusselmans veel en veel beter door te komen, misschien door de humor, misschien door zijn schrijfstijl, ik weet het niet.

(bron: scholieren.com)

Eigen mening

Ik vind de hoofdpersoon beetje saai omdat hij eigenlijk maar erg weinig beleeft in het verhaal. Het leven van Louis interesseert me niet echt omdat hij een saaie man is. De manier waarop het verhaal word vertel door Herman Brusselmans is wel leuk omdat hij er toch een grappig verhaal van weet te maken. Door de aparte opmerking die Brusselmans schrijft blijft het boek toch wel de moeite waard om het te lezen omdat er wel telkens iets vreemds gebeurt. Het verhaal over het saaie leven word wel grappig verteld en dat vond ik erg leuk. Ik wilde weten wat er met hem zou gebeuren omdat het eerst een onschuldige man leek maar later werd hij dan toch ontslagen. Ik kon het verhaal ook gemakkelijk volgen wat ik anders niet altijd heb omdat ik lezen niet erg leuk vind en veel verhalen saai worden. Maar dit boek word telkens weer interessant door de manier waarop Brusselmans de aandacht trekt. Ik vond het zeker een goed boek en zou zeker vaker een boek van hem willen lezen.

Conner Timmers

9-6-2018

H4D

Boek 3 - havo 4 - De aanslag

De aanslag

Harry Mulisch

Samenvatting:

Tijdens de Tweede Wereldoorlog woonde Anton Steenwijk in Haarlem. Terwijl een groot deel van Nederland al feest vierde omdat zij bevrijd waren, leefden Anton en zijn familie nog in bittere armoede.

In Januari 1945 zat Anton (toen 12 jaar) met zijn ouders en zijn 17-jarige broer pater een spelletje te doen. Tot er plotseling zes schoten klonken. De NSB’er Ploeg lag dood voor het huis van de buren. Meneer Korteweg en Karin, de buren van de familie, kwamen hun huis uit en tilden het lijk voor hun huis vandaan en legden het voor het huis van de familie Steenwijk. Peter ging naar buiten om het lijk te verleggen, helaas lukte dit hem niet zonder gezien te worden door de Duitsers. Daarom vluchtte hij snel weg met het pistool van ploeg in zijn hand. De Duitsers vielen het huis van Anton in en staken het in brand. Van Peter hadden zij niets meer vernomen. Anton werd apart van zijn ouders vervoerd naar Heemstede en werd daar in een cel gestopt bij een ander jong meisje dat hem troostte. De daar op volgende maanden woont hij bij zijn oom in Amsterdam.

Na de bevrijding bleek dat Antons ouders en Peter diezelfde avond nog doodgeschoten waren. Anton bleef bij zijn oom en tante wonen. Hij dacht niet vaak meer aan de aanslag, hij had het ergens ver weg gestopt. In 1952 werd hij uitgenodigd voor een feestje in Haarlem, voor het eerst sinds de oorlog ging hij weer terug naar die stad. Hij liep nog even langs de plaats waar hun huis vroeger had gestaan en bezocht het monument dat aan het eind van de straat was opgericht. Ook de namen van zijn ouders stonden daarop. Voor het eerst voelde hij iets van angst. Hij wilde nooit meer in Haarlem terug komen.

Toen in 1956 meutes mensen alles vernielden wat met het communisme te maken had kwam hij tussen deze grote mensenmassa Fake Ploeg tegen. Fake was de zoon van Ploeg, (de doodgeschoten NSB’er). Anton vroeg hem even binnen te komen. Fake verdedigde zijn vader hartstochtelijk. Anton probeerde hem er van te overtuigen dat wat zijn vader had gedaan fout is geweest, maar dat dat nog geen reden was niet van hem te houden. Het lukte Anton echter niet en Fake liep woedend weg.

In 1961 trouwt Anton met Saskia. In 1962 werd hun dochtertje geboren. In 1966 was de begrafenis van een oud-verzetstrijder, die de vader van Saskia nog gekend heeft. Na de begrafenis werd er nog wat nagepraat en hoorde Anton plotseling iemand vertellen over schoten. Het was Takes, de man die Ploeg had doodgeschoten. Anton knoopt een gesprek aan met die man en het blijkt dat het meisje dat Anton die avond van de aanslag in de cel had getroost, samen met Takes die aanslag had gepleegd. Zij was later in de duinen geëxecuteerd. Anton begon te huilen, Voor zijn gevoel stierf het meisje nu pas. Hij had haar zijn hele leven al gezocht. Later op de avond ontdekt hij dat Saskia precies voldeed aan het beeld dat hij zich had gevormd van het meisje in de cel. (hij heeft haar nooit gezien, het was donker in de cel) Takes wilde alles weten wat Anton zich nog herinnerde van haar die nacht in de cel. Hij wist echter niets meer.

Anton was gescheiden van Saskia en hertrouwd met Liesbeth. Rond zijn veertigste kwam Anton in een crisis. Hij heeft de oorlog nooit echt goed kunnen verwerken.

In november 1981 deed Anton mee aan een vredesdemonstratie. Opeens kwam hij Karin Korteweg tegen (de buren die het lijk voor hun huis hadden gelegd). Ze vertelde dat zij en haar vader na de oorlog naar Nieuw-Zeeland waren geëmigreerd, dat haar vader geen rust meer had, bang dat Anton wraak zou komen nemen. Daar had haar vader later ook zelfmoord gepleegd. Ze hadden het lijk verplaatst om zijn hagedissen te redden. Later had hij ze allemaal doodgetrapt. Waarom voor Antons huis en niet voor dat van de familie Aarts? Bij de familie Aarts zaten Joden verborgen. Verward nam Anton afscheid van Karin. Hij had nu na al die jaren antwoorden op zijn vragen. Maar wie was er schuldig?? Of was iedereen schuldig en onschuldig?

1.3 Uitgewerkte persoonlijke reactie:

Onderwerp:
Het onderwerp van de tekst is de Tweede Wereldoorlog dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat ze het hebben over het verzet, de hongerwinter en dat ze de Tweede Wereldoorlog zelf ook noemen in het boek. Het onderwerp spreekt mij wel aan omdat ik wel houdt van boeken die spannend zijn en dit boek was, net zoals de meeste andere oorlogsboeken, erg spannend.
Het onderwerp ligt niet in mijn belevingswereld omdat ik haast nooit aan de Tweede Wereldoorlog denk en je er ook niets van hoort op tv, behalve dan de herdenkingen. Daardoor lig het onderwerp dus niet in mijn belevingswereld. Hoe ik over de Tweede Wereldoorlog denk is dus ook niet veranderd. Ik heb wel vaker films gezien die ook over de Tweede Wereldoorlog gingen. Maar dit boek vond ik toch wel heel speciaal. Ik had er nooit echt over nagedacht dat de oorlog voor iemand zo traumatisch kan zijn geweest dat hij zich zelfs nog zo angstig en verward voelt na de oorlog.

Gebeurtenissen:
De belangrijkste gebeurtenis in het boek is dat Ploeg door een aanslag om het leven wordt gebracht. Dat komt doordat het in het hele verhaal draait, zoals de titel ook al doet vermoeden, om de aanslag op Ploeg. Deze gebeurtenis wordt goed beschreven want als je het boek gelezen hebt weet je precies hoe de aanslag op Ploeg gegaan is. De gebeurtenissen vloeien logisch uit elkaar voort, dit komt doordat onbelangrijke zaken zijn weggelaten waardoor er een heldere verhaallijn ontstaat. De gebeurtenissen in het boek vind ik geloofwaardig omdat de genoemde feiten in het boek zoals de hongerwinter en de razzia’s ook historisch verantwoord zijn. De gebeurtenis die mij aan het denken heeft gezet is dat Ploeg verplaatst werd waardoor deze voor de deur bij Anton kwam te liggen. Dat komt doordat ik niet weet wat ik in zo’n situatie zou doen; het lijk bij mij voor de deur laten liggen met de kans dat jij vermoord wordt of het naar de buren slepen zodat zij vermoord worden.

Personage:
De hoofdpersoon is volgens mij geen held omdat het niet gaat om wat voor een goede dingen hij heeft gedaan. Het is namelijk het verhaal over hoe hij de oorlog beleefde en dat heeft niets te maken met het zijn van een held. Dat was hij dan dus ook niet. De personages zijn levensecht. Dat is zo omdat je de handelingen van de personages je heel goed kunt voor stellen. Zoals het al eerder vermeldde verplaatsen van Ploeg. De beslissingen van de personages zijn aanvaardbaar op één na, het verplaatsen van Ploeg, al had ik misschien in die situatie hetzelfde gedaan, eigenlijk is het natuurlijk niet aanvaardbaar om er iemand anders mee op te schepen. Of ik zo zou reageren weet ik dus niet zeker maar de mogelijkheid zit er wel in.

Opbouw:
De opbouw is niet ingewikkeld, dit komt doordat het verhaal chronologisch is en de gebeurtenissen daardoor logisch uit elkaar voort vloeien. Er zitten een aantal flashbacks in, bijvoorbeeld als Anton weer terugdenkt aan het verleden, dat is prettig want dan weet je weer wat er precies gebeurde. De opbouw past goed bij het onderwerp omdat hij, wanneer de oorlog afgelopen is, de oorlog nog moet verwerken, daarom passen flashbacks goed in de opbouw want zo kijkt hij dus eigenlijk terug naar het verleden en dat helpt bij zijn verwerkingsproces. Het boek begon me te boeien toen Ploeg vermoord was en de familie van Anton in angst in hun eigen huis zaten. Dat kwam omdat het toen spannend werd.

Taalgebruik:
Het taalgebruik in het boek is niet moeilijk omdat er korte zinnen in staan en de woorden gangbare woorden zijn. De verhouding tussen dialoog en beschrijvingen was goed want je kreeg genoeg achtergrondinformatie om de dialogen te begrijpen. De tekst leverde geen problemen op qua beeldspraak, symbolische verwijzingen of duister taalgebruik. Ook zijn mij geen eigenaardigheden opgevallen.

2. Verdiepingsopdracht:

2.1 Titelverklaring:

In januari 1945 vindt er voor het huis van de familie Steenwijk een aanslag plaats op een NSB’er. Uit wraak fusilleren de Duitsers de ouders van Anton Steenwijk en steken ze het huis in brand; zijn broer Peter is gewapend het huis van de buren ingevlucht, maar heeft deze vluchtpoging ook met de dood moeten bekopen. Tegen zijn wil in bepaalt de aanslag uit de titel het leven van Anton Steenwijk.

2.2 Tijd

2.2.1 Vertelde tijd
Het boek ‘de aanslag’ begint in januari 1945 en eindigt in november 1981. De vertelde tijd is dus bijna 37 jaar.

2.2.2 Verteltijd
Ik heb ongeveer 10 uur nodig gehad om het boek te lezen.

2.2.3 Historische tijd
De aanslag zelf speelt zich af in de tweede wereldoorlog. Het boek begint bij de aanslag en eindigt in 1981 bij de vredesdemonstratie. Elke episode speelt in een ander jaar.

2.3 Personages

2.3.1 Hoofdpersonen
De hoofdpersoon van het boek is Anton Steenwijk. In het begin van het boek is hij 12 jaar, aan het einde 48 of 49 jaar. Blijkens de opmerkingen van anderen verandert hij in de loop van de jaren nauwelijks. Hij was een lange, slanke man met sluik, donker haar, donkere wenkbrauwen en een gave huid in de tint van noten. Hij hief meestal zijn hoofd een beetje schuin en gooide vaak zijn haar met een korte beweging naar achteren, wat iets sympathieks had. Hij liep een beetje sloffend.
Anton leek op zijn vader die griffier was bij de arrondissem*ntsbank. Tijdens de oorlog gaf hij zijn zoon Peter Griekse les, in naam van de humanitas. Tijdens de aanslag bleef hij gebogen, als een schim aan tafel zitten zonder iets te kunnen doen. In tegenstelling tot Anton en zijn vader waren moeder en broer Peter blond en hadden blauwe ogen. Er valt niet veel over hen te zeggen; evenmin over de oom en tante die Anton in huis nemen.
Anton wilde de aanslag vergeten. Al tijdens de ramp had hij af en toe het gevoel er niet echt bij te zijn. Hij was ook te jong om het allemaal te bevatten. Dat hij voor het eerst in een auto zat, leek hij belangrijker te vinden dan dat hij zijn ouders niet meer zag. Na de bevrijding, toen het bericht kwam dat zijn ouders en broer doodgeschoten waren, wilde Anton de gebeurtenissen diep in zichzelf sluiten.
Maar ook al wil Anton de aanslag vergeten, deze gebeurtenis blijft de hele tijd in hem doorwerken. En hoe sterk, blijkt als hij beseft dat hij met Saskia is getrouwd omdat zij lijkt op de voorstelling die hij heeft gemaakt van Truus Coster. Saskia was stewardess, haar vader, De Graaff, was ambassadeur in Athene. In de oorlog had hij een vooraanstaande positie binnen het verzet bekleed. Hij sprak niet vaak over de oorlog. Mevrouw de Graaff werd vergeleken met koningin Wilhelmina en met een generaal.
Anton hertrouwde met Liesbeth, wiens vader in Indonesië in Japanse gevangenschap had gezeten en daar ook nooit over sprak.
Van Saskia kreeg Anton een dochter, Sandra en van Liesbeth een zoon, Peter. De meeste personen krijgen weinig diepgang in het boek. Dit is niet het geval met Cor Takes, de man die samen met Truus Coster de aanslag op Ploeg had gepleegd. Takes had sombere donkerbruine ogen, waarvan het linker anders was dan het rechter. Daardoor bezat hij een doordringende blik waartegen Anton geen verweer had. Toch vond Anton Takes sympathiek, hij had zich nog nooit zo met een ander verbonden gevoeld. Voor Takes was het nog steeds oorlog, hij kon er niet los van komen. Takes sprak met Anton over de oorlog, niet om zijn daad goed te praten (hij zou nu weer een fascist kunnen doden), maar omdat hij aan niks anders meer kon denken. Hij was verliefd op Truus, al had hij een vrouw en kinderen. Hij wilde van Anton weten wat Truus in de cel gezegd had, maar die kon het zich niet meer herinneren. Wij als lezer weten dat Truus ook van Takes hield.
Truus Coster was een 'filosofe met een pistool'. Als het over de moraal ging, zat ze op haar praatstoel. Ze had dik, weerbarstig, rossig haar. Ze is niet ouder dan 24 jaar geworden: in april 1945 is ze in de duinen geëxecuteerd. Haar geboorte- en sterftedatum zijn precies gelijk aan die van de communistische verzetsstrijdster Hannie Schaft ('het meisje met het rode haar'). Er komen meer figuren voor in de roman die in verband kunnen worden gebracht met reële personen.
Fake Ploeg was de zoon van de NSB'er Ploeg. In 1956 blijkt hij een felle anticommunist te zijn. Hij verdedigt zijn vader hartstochtelijk.
Meneer Korteweg was zeeman geweest. Hij had veel reptielen, die voor hem heel belangrijk waren. Daarom had hij het lichaam van Ploeg verlegd. Later trapte hij ze dood, omdat Antons ouders en broer vermoord waren. Uit angst dat Anton wraak zou nemen, emigreerde hij naar Nieuw-Zeeland. Daar pleegde hij in 1948 zelfmoord.
Karin was verpleegster. Ze was de dochter van meneer Korteweg. Zij is nooit getrouwd. Anton kwam haar tegen op de vredesdemonstratie.

2.3.2 Anton Steenwijk is duidelijk een round-character Hij maakt duidelijk een ontwikkeling door. In het begin is hij verlegen en onzeker. Langzamerhand wordt hij steeds zelfverzekerder. Door de jaren heen verandert zijn uiterlijk niet veel, wat blijkt uit het feit dat iedereen hem steeds herkent.
Bijfiguren zijn het gezin van Anton (vader, moeder en Peter), Saskia, Truus Coster, Cor Takes, Liesbeth en Sandra.
Alle bijfiguren zijn flat-characters. Ze maken geen ontwikkeling door in de loop van het verhaal.

2.4 Structuur

2.4.1 Geleding
De roman is in 5 episodes (en een proloog) verdeeld, die allemaal een bepaalde tijd beschrijven. Dit is voor de lezer een goede houvast.
Vanzelfsprekend zit er een duidelijke samenhang tussen de verschillende episodes. De hoofdrolspeler, Anton Steenwijk, wordt gedurende ruim 37 jaar van zijn leven gevolgd. De oorlog en de herinnering eraan speelt door het hele verhaal heen een belangrijke rol.
- 1945 : de aanslag / oorlog, hongerwinter
- 1952 : de Beumers, het monument / Korea
- 1956 : Fake Ploeg / anticommunisme, opstand Hongarije
- 1966 : Takes / PROVO, vrijlating Willy Lages
- 1981 : Karin Korteweg / vredesdemonstratie
Het viel mij op dat van die episodes telkens maar één of twee dagen uitgebreid beschreven wordt. Mulisch vat in elk eerste hoofdstuk van een nieuwe episode de tijd tussen de vorige en nieuwe episode samen.
Mulisch schrijft zijn roman in de verleden tijd. Dit viel mij eigenlijk pas op toen ik op bladzijde 208 de volgende zin las (over Anton): ‘Ook hij stond met zijn rug naar de toekomst en met zijn gezicht naar het verleden. Als hij nadacht over de tijd, zoals hij soms deed, zag hij de gebeurtenissen niet uit de toekomst komen en via het heden naar het verleden gaan, maar uit het verleden ontwikkelden zij zich in het heden, op weg naar een ongewisse toekomst’.

2.4.2 Begin / einde
De schrijver heeft van de mogelijkheid ab ovo gebruik gemaakt om het verhaal te beginnen. Dat betekent dat het verhaal begint bij de eerste gebeurtenis van het verhaal waarna de andere gebeurtenissen in chronologische volgorde worden verteld. De functie van het begin is denk ik gewoon de situatie schetsen waarin Anton op dat moment leeft. De proloog begint namelijk met een hele beschrijving over hoe de kade waar Anton gewoond heeft eruit ziet.
In het begin dacht ik eigenlijk, wat een saai boek, want alleen maar een beschrijving wekt je interesse meestal niet echt. Later in het boek wordt het toch wel spannender en leuker.
Het boek eindigt met de laatste episode. Er is geen echt speciaal einde. Hij komt er wel in de laatste episode pas achter wat er nu precies allemaal gebeurd is tijdens de aanslag. Het is dus wel een gesloten einde, want je komt wel bijna alle details te weten op het einde.

2.5 Ruimte

2.5.1 beschrijving van de ruimte
De aanslag, de belangrijkste gebeurtenis in het verhaal, wordt gepleegd in Haarlem. De kade, waar Anton woonde wordt in de proloog uitvoerig beschreven. Er wordt uitgebreid over de vier huizen en de omgeving verteld. In 1952 gaat Anton voor het eerst na de aanslag terug naar Haarlem. Anton voelt de overeenkomst tussen hemzelf en de stad:" Wat hij zag, was geen stad als zoveel andere op aarde: zij verschilde ervan zoals hij met andere mensen" (blz. 82). Anton wil nooit meer terug naar Haarlem, maar jaren later gaat hij er nog een keer naartoe om Sandra de plek van de aanslag te laten zien. Na de aanslag woonde Anton bij zijn oom en tante op de Apollolaan in Amsterdam. Apollo is de god van het licht. Dit staat in tegenstelling tot de duistere gebeurtenis in Haarlem. In 1969 kocht Anton een huis een Toscane, om daar de vakanties door te brengen. Hij kwam er erg graag en wilde zich er op een gegeven moment zelfs permanent gaan vestigen. Hij genoot daar vaak van het typisch Toscaanse uitzicht, omdat dat in ieder geval ver verwijderd was van Haarlem, 1945. Nadat Anton hier een crisis had meegemaakt verloren het huis en het uitzicht hun perfectie: "Zoals een mooi gezicht ontsierd wordt door een litteken" (blz 214). De donkere cel waar Anton na de aanslag verbleef was erg belangrijk voor hem. Het symboliseerde de duisternis en het isolement waarin Anton na de aanslag verkeerde. De enige lichtpunten in die cel waren de vingertoppen van Truus Coster over zijn gezicht. Het souterrain van Cor Takes wordt ook uitgebreid beschreven. Er wordt gezegd dat het iets weg heeft van een ondergronds hoofdkwartier.

2.5.2 functie van de ruimte
De ruimte wordt wel uitgebreid beschreven, maar volgens mij heeft dat niet de functie om het verhaal spannender te maken. Het heeft meer een symbolische functie, net als de naam van de straat waarin het huis van zijn oom en tante staat: de Apollolaan (is God van het licht). Dat is een tegenstelling tot de duistere gebeurtenis in Haarlem.

2.6 Thematiek

2.6.1 Verhaalmotieven
Er zijn enkele belangrijke verhaalmotieven:
het vergeten van afschuwelijke gebeurtenissen (Anton wordt Anesthesist: specialist in het vergeten.)
De goede haat en de slechte haat. Er zijn ook tegenstrijdige motieven: liefde-haat, goed-kwaad, schuld-onschuld en licht-duisternis.
Herinnering: Anton wordt iedere keer herinnerd aan de aanslag doordat hij keer op keer puzzelstukjes tegenkomt voor de grote puzzel. Als hij die dingen van het verleden niet was tegengekomen, dan was de aanslag niet opgelost geweest.
Zoektocht: Anton heeft een lange zoektocht gemaakt om de aanslag te kunnen verwerken. Bij die zoektocht hebben vele personen Anton geholpen.

2.6.2 Abstracte motieven
Het abstracte motief in dit verhaal is het motief van toeval of lot, want in dit verhaal komt dit motief vaak naar voren. Bijvoorbeeld het toeval dat Fake Ploeg in de straat waar Anton woont vermoord is. Het lot van Anton dat hij als enige uit het gezin de aanslag overleeft. Het toeval dat hij in de cel juist bij de pleegster van de aanslag in de cel zit. Andere situaties die dit motief ondersteunen zijn onder andere dat hij toevallig Cor Takes hoort spreken over de aanslag en dat hij tijdens een demonstratie Karin Korteweg, zijn vroegere buurmeisje, tegen het lijf liep.

2.6.3 Leidmotieven
dobbelsteen: Anton's hele leven wordt door het lot bepaald. Dit symbool voor het lot komt elke keer als er iets belangrijks gaat gebeuren voor, bijvoorbeeld vlak voor de aanslag en aan het begin van zijn aanval in Italië.
stenen: stenen komen veel voor in dit verhaal, Anton Steenwijk. De dobbelsteen, Hij ontmoette zijn vrouw bij de tentoonstelling Stone of scone, Fake junior goot een steen door zijn spiegel, en ook de volgende zin:" Hij moest nu alles weten en het dan vergoed begraven, een steen erover wentelen en er nooit meer over denken."
as: Het huis van de familie Steenwijk gaat in as op, ook ploft er was uit de kachel als die ontploft en ook de laatste zin van het verhaal:"zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is.
kruidnagel: In de eerste episode probeert zijn moeder haar kiespijn te onderdrukken met kruidnagel, in de laatste episode krijgt Anton het van zijn moeder. Dit motief legt een link tussen de eerste en de laatste episode.
vuur: Vuur komt de hele tijd terug in het verhaal. Het huis van Anton dat in vlammen opgaat, vuur als het konvooi aangevallen wordt door een Engels vliegtuig, en ook een beetje vuur als de kachel ontploft. Ook raakt hij in een crisis als hij een vuuraansteker ziet.
Spiegel: Ook de spiegel komt in dit verhaal veel voor. Het is een symbool voor het terugkijken naar het verleden. Fake Ploeg jr. gooit de spiegel van Anton stuk, hij wil niet terugkijken naar het verleden.
2.6.4 Thema/motto
Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht.
C. Plinius Caecilius Secundus: Epistulae, VI, 16
Dit citaat van Plinius heeft betrekking op de uitbarsting van de Vesuvius in het jaar 77. Deze uitbarsting zorgde ervoor dat Pompeï onder as en lava bedolven werd. Volgens Plinius was er zo veel as in de lucht, dat het donkerder was dan in de nacht. De aanslag op Ploeg heeft voor de familie Steenwijk en hun huis net zo’n verwoestende werking. Bovendien komt er op verschillende plaatsen in De aanslag as voor: zo begint de tweede episode met de vermelding dat er nog jarenlang as uit de hemel zal neerdalen. Dit is een vooruitwijzing naar het feit dat Anton zijn hele leven met de aanslag op Ploeg bezig is. Als Ploeg jr. zijn kei door de spiegel gooit, ploft er een wolk as uit de kachel. ‘As’ is het symbool van de vergankelijkheid: als iets er niet meer is, is er slechts as over en aan as kun je niet meer zien wat het ooit geweest is. De roman eindigt met de woorden: zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is.

Eigen mening

Ik vond dit boek een erg leuk boek om te lezen. Ik vond dit boek een leuk boek om te lezen omdat het onderwerp eigenlijk de Tweede wereldoorlog is. Ik ben zelf altijd al erg geïnteresseerd in het onderwerp de Tweede wereldoorlog. Boeken die over de Tweede wereldoorlog gaan zijn vaak erg spannend en er gebeurd erg veel in. Dit boek gaat over Anton die meemaakt dat de rest van zijn gezin vermoord wordt. Hij wacht jarenlang op antwoorden op al zijn vragen. Uiteindelijk na een aantal keer getrouwd te zijn geweest is hij aanwezig bij een vredesdemonstratie en ontmoet hij Karin Kortweg en vanaf dit moment had hij zijn zo graag gewilde antwoorden op zijn vragen. Ik vond dat de schrijver de spanning er goed inhield want gelijk vanaf het begin is er spanning en de schrijver houdt het knap vol om deze spanning over heel het boek aanwezig te laten.

Conner Timmers

11-6-2018

H4D

Boek 4 - havo 4 - De oesters van Nam Kee

De oesters van Nam Kee

Kees van Beijnum

Samenvatting

Berry, een jongen van 18, blikt vanuit de gevangenis terug op zijn leven.
Berry heeft een redelijke goede jeugd gehad, haalde goede cijfers op het gymnasium, had een goed leven en woonde in een villa met zijn altijd zorgzame moeder en zijn broer Rein die zich thuis schuilhoudt uit schaamte dat anderen erachter komen dat zijn wereldreis mislukte.
Berry leidt een leven vol leugens. Zijn familie maakt hij wijs dat hij keurig zijn gymnasium heeft afgerond en een brave jongen is. Maar in werkelijkheid was hij gestopt met school omdat hij er geen zin meer in had en hangt hij buitenshuis met vrienden die criminele streken uithalen en niet vies zijn van een pilletje tijdens het uitgaan.
Tegen hen liegt hij ook. Vertelt zijn vrienden stoere verhalen over misdaden en verzwijgt dat hij werkelijk in een villawijk woont en gymnasiast was.
Vanaf de dag dat hij Thera ontmoette kreeg zijn leven een heel andere wending. Hij was meteen al weg van haar verschijning. Even was hij bang dat hij haar nooit meer terug zou zien, hij wist ten slotte helemaal niks van haar. Maar door stom toeval troffen ze elkaar een tweede keer. Dit keer liet hij haar niet zomaar gaan. Vertelde haar dat hij altijd op haar gewacht had. Ze leerden elkaar steeds beter kennen. Thera was danseres in een nachtclub en deed af en toe sexy fotoshoots. Ze at regelmatig oesters bij Nam Kee. Berry walgde van oesters maar hield dit verborgen voor Thera.
Hun relatie werd steeds hechter. Ze gingen samen op bezoek bij hun ouders. Toen Thera bij Berry thuis was kreeg Thera ineens een epilepsie aanval. Berry wist niet dat ze al vanaf haar jeugd last heeft van epilepsie, maar ze al lange tijd geen last meer had van aanvallen. Na deze aanval kreeg Thera er nog enkele. Maar ondanks dat bleef Berry intens veel van haar houden.
Ze besloten hun oude leven achter te laten en samen opnieuw te beginnen. Ze wilden gaan reizen naar verschillende landen. Om aan geld te komen bedachten zij een plan. Ze verhuurden Thera’s appartement aan meerdere mensen en werden op die manier duizenden euro’s rijker. Voordat ze Nederland zouden verlaten verbleven ze enkele dagen in het Hilton. Maar nog voor ze hier konden vertrekken kreeg Thera een epilepsie aanval met ernstige gevolgen. Ze moest naar het ziekenhuis. Eenmaal uit het ziekenhuis ging ze weer thuis wonen. Berry verloor haar langzamerhand uit het oog. Haar moeder wilde niet dat hij Thera nog langer lastig viel. Het werd hem onmogelijk gemaakt om contact te krijgen met Thera. Later kwam Berry erachter dat Thera weer bij Ben, haar ex waar hij een hekel aan heeft, was ingetrokken. Ben is fotograaf en leeft een luxe leventje.
Dagenlang heeft Berry het huis van Ben geobserveerd en had na lange tijd eindelijk de moed om aan te bellen. Eindelijk zag hij Thera weer. Zij deed echter erg afstandelijk en wou dat Berry haar met rust liet. Ben was degene die Berry wegstuurde.
Berry werd gek van verlangen naar Thera, wist niet meer wat hij moest doen om haar terug te krijgen. Tot hij op een dag van zijn vriend Otman een revolver te leen kreeg. Berry voelde zich stoerder en ging nogmaals Thera opzoeken. Dit verliep echter niet zoal hij gehoopt had. Thera moest hem niet meer en dat drong nu eindelijk tot hem door.
Berry kon zijn sterke gevoelens voor Thera niet zomaar opzij zetten. Na deze gebeurtenis draaide hij door. Hij ging naar de opening van het nieuwe winkelcentrum in de Bijlmer. Hier trof hij ook zijn vrienden aan, die nu allemaal een baantje als verkoper of security hadden, puur omdat ze dit aangeboden hadden gekregen. Er waren veel belangrijke gasten, ook de burgemeester was van de partij.
Berry voelde zich door alles en iedereen in de steek gelaten. Hij was alles kwijt. De reden weet hij niet maar hij pakte een steen van de grond die hij met alle verzamelde kracht en agressie recht tegen het hoofd van de burgemeester gooide. De burgemeester raakte hierdoor in coma.
Uit angst liep Berry snel weg richting huis en liet zich aan de overkant in het gras vallen. Er schoten velen gedachten door zijn hoofd. De politie was al naar hem op zoek. Toen een politieman hem had gezien, en vroeg zijn handen op zijn hoofd te leggen, schoot Berry hem in zijn been. Berry’s eerste reactie was vluchten. Hij haalde thuis zijn spullen op en vertrok zonder iemand iets te laten weten naar zijn oude vakantiehuisje in Bretteville-sur-Laize. In dat huisje heeft hij tijdens zijn jeugd veel meegemaakt, maar nu is het van andere eigenaars. Het duurde niet lang voor de politie hem vond en meenam.
Sindsdien zit Berry in de gevangenis, niet wetend wat de toekomst hem zal brengen en nog steeds wachtend op Thera.

Bron: scholieren.com

De schrijver Kees van Beijnum is geboren en opgegroeid in Amsterdam. Als zoon van een horecageslacht bracht hij het grootste deel van zijn jeugd door in cafés van zijn familie. Na het gymnasium volgde een niet kinderachtig aantal baantjes, tot hij in 1991 besloot zich fulltime aan het schrijven te wijden. Dit heeft inmiddels diverse romans en filmscripts opgeleverd. In 1991 verscheen zijn eerste boek, Over het IJ,de reconstructie van een moord, dat in brede kring bewondering oogstte. Na Over het IJ verscheen begin 1994 Hier zijn leeuwen, waarmee de auteur als romancier debuteerde. Dit boek werd genomineerd voor de Debutantenprijs. Begin 1995 verscheen Dichter op de Zeedijk, een boek die door de lezers en critici in de armen werd gesloten. En begin 2000 heeft Van Beijnum de problemen van de grote stad tot onderwerp gemaakt in zijn nieuwe roman. De oesters van Nam Kee is een geestige, met grote vaart en scherpte geschreven roman over hunkering. De oesters van Nam Kee is bekroond met de Bordewijk-prijs 2001. De filmeditie is verschenen in mei 2002 . Behalve romancier is van Beijnum ook actief als scenario schrijver. Hij schreef onder andere De langste reis, een door Pieter Verhoeff geregisseerde en door de VPRO uitgezonden televisiefilm, gebaseerd op de ontvoering van Gerrit-Jan Heijn.Verder is Van Beijnum scenarist van de film De zwarte Meteoor. De verfilming van waarvoor Van Beijnum zelf het scenario schreef, werd bekroond met het Gouden Kalf voor het beste tv-drama van 1999. van Beijnum schreef vier romans die zeer verschillend van onderwerp zijn.

Bron scholieren.nl

Analyse

  • werkelijkheid

Dit verhaal is volgens mij niet waar gebeurd. Het is dus non-fictie. Wel denk ik dat in sommige grote steden dit soort dingen gebeuren. Doordat je alle gevoelens en gedachtes van de hoofdpersoon te lezen kreeg, had je bijna het idee dat je in een film speelde.

  • De bedoeling van de schrijver

Het was de bedoeling van de schrijver om te informeren over liefde en lust, hoe je daarmee om moet gaan. Ook wil hij aangeven hoe het voor de hoofdpersonen heeft gevoelt, want hij schrijft namelijk erg veel over de gevoelens van de hoofdpersonen.

  • Het thema van het boek

Liefde, lust en verlies

  • de personages

Berry Kooijman: Dit is de hoofdpersoon. Het is een jongen van 18 jaar oud. Hij woont in Amsterdam met zijn moeder en broer, midden in schotelcity in het enige villastraatje. Hij doet zich anders voor dan hij werkelijk is. Hij gedraagt zich namelijk macho, stoer en suggereert dat hij nergens bang voor is. Ook lijkt het alsof hij niemand nodig heeft. Maar eigenlijk is het een slim en gevoelig mens en tevens een beetje onzeker. hij liegt en bedriegt constant. Vooral tegen zijn moeder maar ook tegen zijn vrienden en broer. Het komt denk ik mede door de eigenschap dat hij geen mens vertrouwt. Als hij eenmaal een relatie met Thera heeft gaat het veel beter met Berry. Hij krijgt meer zelfvertrouwen, is gelukkiger, gaat minder met zijn foute vrienden om, is eerlijk(tegen thera) en liefdevol. Je ziet dat tijdens die relatie veel meer zijn goede eigenschappen tot uiting komen.
Thera Bouman: Een belangrijk personage in het boek. Ze is 19 jaar. Woont in Amsterdam en werkt in een nachtclub waar ze erotisch danst. Soms heeft ze last van epilepsieaanvallen. Ze komt behoorlijk zelfstandig en zelfverzekerd over. Ze lijkt onbezorgd in het leven te staan maar daar komt wel verandering in. Thera krijgt een heftige relatie met Berry. Het gaat lange tijd goed maar uiteindelijk loopt de relatie stuk. Ook vindt ze dat iedereen een rol speelt in het leven, nooit echt zichzelf is.

  • Handelingen

Berry is een crimineel, hij steelt veel. Hij krijgt een relatie met Thera. Thera wil geen contact meer met Berry. Berry word opgepakt voor slecht gedrag. Hij word opgesloten in Nederland en van zijn vrienden hoort hij nooit meer wat.

  • Het perspectief

Het verhaal is in het ik-perspectief geschreven, omdat je vanuit Berry’s ogen naar de wereld kijkt en Berry zijn verhaal vertelt. Ook kom je de gedachten van Berry te weten.

Zo merk je dat Berry steeds depressiever wordt wanneer hij in de gaten krijgt dat het niet goed gaat tussen hem en Thera.

  • De tijd

Het verhaal speelt zich niet op veel verschillende plaatsen af. Eigenlijk maar op 2 plaatsen, namelijk: Amsterdam en Bretteville-sur-Laize. In Bretteville-sur-Laize ligt het vakantiehuisje waar Berry en zijn ouders altijd heen gingen en Amsterdam is de woonplaats van Berry, zijn vrienden en Thera. De plaatsen spelen wel een rol in dit verhaal, maar het is zeker niet het belangrijkste element van het verhaal. Berry rolt namelijk vanzelf in het criminele circuit. Het verhaal is niet - chronologisch, het bestaat eigenlijk alleen maar uit flashbacks. Hier kom je al snel achter want het verhaal begint wanneer Berry wordt opgepakt in Frankrijk nadat hij een steen tegen het hoofd van de burgemeester heeft gegooid. In de rest van het verhaal vertelt Berry over de relatie met zijn ouders, zijn vrienden en Thera. En hoe alles zo gelopen is. De vertelde tijd is een aantal maanden. In werkelijkheid is het langer, want Berry heeft het ook over toen hij klein was, hij praat veel over vroeger. Er worden wel tijdsprongen gemaakt in het boek van vroeger naar nu. Door de vele flashbacks in het verhaal kom je veel te weten over Berry.

  • De chronologie

Het is een sujet, want het verhaal zou echt kunnen gebeuren en er komen geen dingen in voor die het op een fabel doen lijken. Het verhaal begint in medias res, want je stapt meteen midden in het verhaal en je begint niet bij het begin.

  • Stof, motief

Je moet je niet te veel vastklampen aan dingen die vroeger gebeurd zijn of aan iemand waar je veel van houdt, dat kan alleen maar fout gaan.

  • Het einde

Barry gooit uit agressie op (da vrouke) een steen naar de burgermeesters hoofd. De burgermeester raakt in coma en Berry word gezocht. Hij schiet een agent in zijn been en vlucht naar het vakantiehuisje van zijn ouders. Niet veel later word hij opgepakt en gaat naar een inrichting.

Eigen mening

Ik vond het een leuk boek om te lezen. Het was leuk om het leven van berry door zijn ogen te bekijken en te beleven. ik heb zeker een beter beeld gekregen van het leven van sommige jongeren in grote steden. Ook de manier van vertellen, het perspectief, en de uitgebreide beschrijving van de gevoelens en gedachtes was goed gedaan. Het boek beschrijft heel erg veel korte verhalen, zoals zijn relatie met Thera, de band met zijn vader, de vakanties in Frankrijk, het leven met zijn vrienden, en zijn leven in de gevangenis. Elk hoofdstuk gaat wel weer verder met een zo’n verhaal, maar naarmate je verder bent in het boek weet je al na een paar regeltjes welk verhaal je leest. Dat vond ik erg leuk. De flashbacks die in het verhaal zitten waren totaal niet verwarrend en het was er gemakkelijk te lezen. Ik vond het erg leuk dat je het verhaal meemaakte vanuit berry’s ogen. Hoe hij tegen het verhaal aankeek en hoe hij handelde in het verhaal. Ik had wel gehoopt op een betere afloop van het verhaal. Het is ook nieuw voor mij om een boek te lezen dat gaat over het stadse leven. Zo kan je ook zien hoe het daar is en hoe de jeugd daar is. Ik vind het een origineel verhaal en leuk om zo te lezen hoe een normale jongen uit Amsterdam door het leven gaat. Kortom was het een goed en leuk verhaal en een echte aanrader.

Conner Timmers

11-6-2018

H4D

Boek 5 - havo 4 - Pizzamaffia

Pizzamaffia

Khalid Boudou

Samenvatting:

Brahim is een 16-jarige, sportief ingestelde, Marokkaanse jongen die met veel plezier in zijn vrije tijd in “Novara” werkt. Dat is de pizzeria van zijn vader. Zijn vader Amar heeft echter last van reuma en hij kan die zaak niet meer alleen runnen. Hij loopt dan ook altijd op krukken door de zaak. Maar gelukkig werken Brahims oom Faris en diens zoon Iljas (die ze Haas noemen vanwege zijn gedrag) ook in de pizzeria. Dat is fijn voor de vader van Brahim, maar het is wel een echte mopperkont. In het begin gaat het prima. Brahim zit wel gewoon op school in havo-4. Met zijn neef Iljas brengt hij in een soort wedstrijdverband de pizza’s rond, waarbij ze de straat soms wel eens onveilig maken. Maar Amar blijft verdachtmakingen maken in de richting van zijn broer Faris. Er verdwijnt geld uit de zaak, denkt hij.

Brahim heeft een leuk Nederlands vriendinnetje dat Alice heet, de pizzeria loopt goed en ook op school zijn er geen problemen. Brahim moet op een bepaald moment een opdracht voor het kunstvak CKV maken en hij wil tegelijkertijd een origineel cadeau voor Alice kopen. Hij besluit daarom die twee dingen met elkaar te combineren. Brahim gaat naar zijn neef Haas en samen maken ze een muzikaal nummer(een rap) en daarvan nemen ze een fraaie clip op. Als het eindresultaat klaar is, wil Brahim het nummer aan zijn klas laten zien en daarvoor is hij best zenuwachtig. Natuurlijk is dat ook omdat hij benieuwd is naar de reactie van Alice. Maar de reacties van zijn klasgenoten zijn geweldig leuk en Brahim is best trots op zijn prestatie.

Maar wanneer hij naar huis gaat, ziet hij aan zijn vaders gezicht dat er iets mis is. Na de felle discussie tussen Brahims vader en zijn broer Faris heeft de laatste besloten de laatste ontslag te nemen. ’s Avonds gaan Brahim en Haas Bacardi drinken. In een café krijgen ze ruzie, maar ze helpen elkaar, omdat ze familie zijn. Als ze dronken buiten liggen, krijgen ze ruzie met elkaar omdat Brahim over het gestolen geld begint.

Samen met zijn zoon Haas opent Oom Faris niet lang daarna een eigen pizzeria, die de naam “Melodia” krijgt. Daardoor zijn de familieleden ineens elkaars concurrenten geworden. Het is het begin van een grote ’pizzaoorlog’. Omdat Brahims vader steeds meer last krijgt van zijn reuma, vindt hij dat Brahim de zaak over moet nemen. Brahim moet er wel een tijdje over nadenken. Maar uiteindelijk besluit hij het toch te doen. Maar er zijn natuurlijk wel grote consequenties aan verbonden. Brahim moet een ander leven dan vroeger gaan leiden. Hij is echt betrokken bij de zaak, maar hij moet nu eenmaal keuzes maken. Hij laat zijn vriendin Alice en zijn andere vrienden af en toe wel eens zitten. Dat heeft hij voordat hij de zaak overnam nooit gedaan. Hij neemt dan wel de zaak over, maar zijn vader bemoeit zich overal mee.

De pizzaoorlog tussen de twee “maffia” gaat echt beginnen. Om de zaak van Brahim Novara een slecht imago te bezorgen en ‘zwart’ te maken heeft Haas allemaal vervelende ideeën uitgebroed. Eerst komt de Wareninspectie om te vertellen dat ze muizen hebben. Daarna koopt Haas een paar junkies om. Die moeten ervoor zorgen dat de klanten last van deze junks krijgen, waardoor ze hun pizza’s niet meer bij “Novara” bestellen maar bij de concurrent “Melodia” van Faris en Haas. Een van de medewerkers (Robbie) gaat hen te lijf, waardoor er weer slechte publiciteit komt en er steeds meer klanten wegblijven.

Ook zorgen ze in “Melodia” voor veel entertainment om klanten te trekken en dat lijkt ook te lukken, tot grote irritatie van Brahims vader. Hij dreigt het namelijk te verliezen van zijn broer en dat is binnen het familieverband heel pijnlijk. Alice vindt het stom dat Brahim niet meer naar school komt.

Brahim gaat een paar keer per week fitnessen in de sportschool, omdat hij zijn energie moet kwijtraken en de spanningen van zich af moet trainen. Hij komt steeds meer in de stress door zijn eerzuchtige vader Hij treft er altijd vreemde mensen aan. Zo is er een man van Chinese afkomst met wie hij een hele tijd zit te praten. Deze Woo heeft ooit een wokrestaurant in het centrum van de stad gehad, maar die zaak is al een paar jaar gesloten “wegens omstandigheden”, vertelt de man. Brahim mag de man eigenlijk wel en hij vertelt hem het verhaal van de uitgebroken pizzaoorlog. De man antwoordt dat hem eigenlijk hetzelfde is overkomen. Maar hij had het allemaal niet zo maar gepikt en hij had zijn woede op zijn tegenstander gekoeld met een vuurwapen. Daarvoor had hij vijf jaar in de gevangenis moeten zitten. Hij vertelt Brahim dat hij zijn zaak weer wil openen en dat hij een heel nieuw leven wil beginnen. Maar als het echt oorlog wordt tussen hem en Haas, kan Brahim altijd naar hem toe komen. Alice heeft gescheiden ouders en hij vindt de mensen maar erg saai. Hij moet een keer een weekendje mee: o.a. naar het Concertgebouw, maar hij gedraagt zich niet goed.

De beide pizzeria’s “Melodia” en “Novara” hebben een voetbalteam opgesteld om reclame voor de pizzeria’s te maken. Het betreft futsal, wat zaalvoetbal betekent. Wanneer ze in de competitiewedstrijd tegen elkaar moeten voetballen, wordt het een erg felle wedstrijd: het lijkt wel bijna oorlog. De wedstrijd wordt zelfs gestaakt na een doldwaze overtreding van Haas. Toch wordt het daarna best gezellig en de spelers van beide teams bieden elkaar excuses aan. Brahim msn’t naar Alice dat alles wel goed zal komen.

De pizzaoorlog lijkt voorbij te zijn. Na afloop wordt er gefeest met veel drank en een optreden van een sexy buikdanseres in “Melodia.”. Buikdanseres Jalima probeert Brahim te versieren en vraagt hem om een zoen: Brahim vindt dit te ver gaan, omdat hij immers een vriendin heeft. Hij wijst haar af en dat zal hem duur komen te staan.

Een paar dagen later ( op een drukke donderdag) komt Alice kwaad pizzeria “Novara” binnen gestoven en ze vertelt Brahim dat ze zo boos op hem is dat ze hem nooit meer wil zien. Ze loopt daarna snel uit de zaak en daarna is ze ook niet meer te bereiken voor Brahim. Het enige wat hij nog van haar krijgt, is een msn’je. Daarin staat een link naar een filmpje op “You Tube”. In dat filmpje is geval te zien dat Brahim de buikdanseres van een paar dagen ervoor een zoen geeft. Het is natuurlijk duidelijk dat Haas erachter steekt.

Meteen wordt het Brahim duidelijk:’de pizzaoorlog is helemaal nog niet afgelopen!’ Hij pakt
zijn scooter en rijdt weg. Onderweg probeert hij enkele keren tevergeefs Alice te bereiken. Hij wordt ook steeds gebeld vanuit de pizzeria: het is namelijk ontzettend druk. Brahim rijdt naar het restaurant van de Chinees Woo die hij uit de sportschool kent en doet hem het hele verhaal uit de doeken. De man heeft ooit beloofd hem te helpen, geeft Brahim een pistool en vertelt hoe hij dat moet gebruiken. Daarna rijdt Brahim naar “Melodia”, de zaak van Faris en Haas. De zaak is helemaal leeg. Het lijkt net of ze weten dat hij eraan komt. Dan komt Faris eraan. Hij ziet dat Brahim boos en opgewonden is. Even later komt ook Haas aangereden op zijn pizzascootertje. Haas merkt dat Brahim helemaal over zijn Marokkaanse theewater is . Hij rijdt snel weg op zijn scooter maar wordt achtervolgd door Brahim. Na een gevaarlijke achtervolging door de stad beukt Brahim Haas op de snelweg tegen de vangrail aan. Haas is gewond en Brahim krijgt de kans hem dood te schieten..

Dan biecht Haas het verhaal op waarom dit allemaal heeft plaatsgevonden. Hij is jaloers op Brahim, omdat hij van mening was dat Brahim zijn vader had afgepakt. Daarom wilde hij zelf ook iets van Brahim afnemen. Hij denkt dat zijn vader Faris meer om Brahim geeft dan om zijn eigen zoon. Hij heeft daarom gerommeld met het filmpje op “You Tube”. Faris heeft eigenlijk niets verkeerd gedaan. Haas is de enige die wat heeft uitgehaald. Zelfs met het verdwijnen van het geld, is hij de enige geweest die er mee te maken heeft. Oom Faris gaat ook daarbij vrijuit. Brahim snapt nu ook de hele geschiedenis, maar weet niet goed hoe hij er nu mee moet omgaan. Een ding weet hij zeker. Hij hoeft Haas niet meer neer te knallen. Daarom gooit hij het geleende pistool van de Chinees maar snel in het water. Hij weet alleen nog niet of hij Haas ooit kan vergeven wat die hem heeft aangedaan. De pizzaoorlog is echter wel beëindigd.
Het komt natuurlijk weer goed tussen Brahim en vriendinnetje Alice, wat uit de laatste MSN-online blijkt.

INFORMATIE OVER DE SCHRIJVER:

Uit een interview met Khalid op www.briza.nl heb ik de volgende informatie gevonden. Meer informatie over Khalid Boudou heb ik niet kunnen vinden.

Waarover schrijf je het liefst?

Op dit moment ben ik vooral bezig met alles wat er in de wereld speelt. Dat leeft erg in mijn hoofd, en dat verwerk ik in mijn verhalen. Maar ik wil graag eens gewoon een liefdesverhaal, een modern sprookje, vertellen.

Wat voor soort boeken schrijf je?

Sociaal/realistische romans met humor.

Welke boodschap wilde je vooral vertellen met de twee verhalen?

Wat voor vooroordelen er niet allemaal bestaan over elkaar en hoe dat snel tot conflicten leidt. Maar ook hoeveel overeenkomsten er zijn. De een noemt de aartsvader Abraham, de ander Brahiem, maar we bedoelen allemaal dezelfde man met baard. En ook hoe persoonlijke frustraties, jaloezie, minder slim, geen meisje kunnen krijgen etc, kunnen leiden tot conflicten.

Voor welk publiek schrijf je, welke leeftijdsgroep?

Eerlijk gezegd, heb ik niet echt een leeftijdsgroep in gedachten als ik aan het schrijven ben. Het boek wordt gelezen binnen leesclubs met leden van vijftig jaar en ouder, maar ook door Middelbare scholieren

ANALYSE:

PERSONAGES:

Brahim

is een sportieve Marokkaanse jongen van 16 jaar. Hij zit in Havo-4, maar omdat hij veel tijd aan de zaak moet besteden, spijbelt hij nog wel eens van school. Zijn half lange zwarte haar draagt hij achterover. Hij is altijd goed gekleed en ruikt lekker. Hij is een aardige en eerlijke jongen, die goed van vertrouwen is. Hij doet wel vaak stoer en gebruikt grove taal en drank. Voetballen vindt hij ook erg leuk. Maar een concert in het Concertgebouw is aan hem niet besteed: hij verveelt zich dus. Hij is nooit echt bang, ook niet als mensen hem pesten of aanvallen. Hij is beslist geen vechtersbaas. Hij is geduldig, maar als hij echt boos wordt, is hij niet meer te houden. Hij wordt woedend als zijn neef Haas zich tegen hem keert. En dan is de beer ook werkelijk los. Na een wilde achtervolging krijgt hij Haas te pakken. Hij krijgt de kans zijn neef neer te knallen, maar als hij diens verhaal heeft gehoord, besluit hij dat niet te doen en het pistool weg te gooien.

Ilias (Haas

) is de iets oudere neef van Brahim. Hij is een atletisch, klein en druk mannetje dat graag stoffen broeken en zijden bloesjes draagt. Hij heeft krulhaar en puistjes in zijn gezicht. Hij luistert graag naar zijn eigen, bewerkte muziek. Hij houdt erg van maffiafilms en die komen hem later goed van pas bij zijn trucs. Hij doet in het begin van het verhaal wel aardig, maar aan het eind van het boek blijkt hij een gemeen en jaloers persoon te zijn. Hij is jaloers op Brahim, omdat hij denkt dat zijn vader Faris meer om Brahim geeft dan om hem. Daarom start hij de pizzaoorlog tegen “Novara”.

Alice

is het vriendinnetje van Brahim, ze is een jaar jonger dan hij. Brahim vindt dat ze op een fotomodel lijkt, met haar lange benen, lange blonde haren, groene ogen en haar mooie lippen. Ze is een vriendelijk en trouw meisje. Haar ouders zijn weliswaar rijk, maar ze gedraagt zich niet als een verwend kreng. Ze waarschuwt hem dat hij niet van school moet wegblijven. Ze is heel boos, wanneer ze hoort dat Brahim haar ontrouw is. Aan het einde van het verhaal komt het weer goed tussen haar en Brahim.

Amar

is de ziekelijke vader van Brahim. Hij heeft last van reuma en loopt altijd te schelden en te mopperen, ook op zijn zoon. Hij zoekt ruzie met zijn broer Faris en beschuldigt hem van diefstal. Hij kan het helemaal niet verkroppen dat zijn broer Faris een betere zaak heeft dan hij en dat die zijn klanten weet weg te lokken. Hij heeft dan wel zijn zaak overgedaan aan zijn zoon, maar hij bemoeit zich er steeds mee. Voor zijn zoon is hij helemaal geen leuke vader, want hij richt zich meer op zijn eigen maatschappelijk succes dan op de opvoeding van zijn zoon.

PERSPECTIEF:

Het boek begint met een proloog. Later blijkt dat die proloog ongeveer anderhalf jaar na het eigenlijk verhaal speelt, Op de scooter achtervolgt Brahim zijn neef Haas, totdat hij hem in de vangrail duwt. Vervolgens wordt de voorgeschiedenis van anderhalf jaar ervoor verteld.

Daarna volgen er 23 hoofdstukken die vak een opvallende titel hebben. Die heeft heel vaak te maken met de inhoud van het hoofdstuk: enkele voorbeelden van de bijzondere titels zijn:
- Panjabipizzamixdonderdag
- Vette ansjovis en dikke vette pakken floes
- Pizzastuds, steunoma’s , leernichten en andere dingen om van te leren.
- De Zwarte Draak van Weert
- Scareface forever

De volgorde van die hoofdstukken is chronologisch gerangschikt. Af en toe zitten er flinke stukken tijdverdichting in. Twee hoofdstukken zijn een weergave van het MSN-gesprek tussen Alice en Haas.
Na de 23 hoofdstukken volgt een epiloog, waarin we in het verhaal verder gaan op de inhoud van de proloog. Brahim roept na het ongeluk Haas ter verantwoording. Die bekent alles. In het allerlaatste hoofdstukje is er nog sprake van een MSN-online bericht tussen Alice en Haas.

De verteller is de 16-jarige Brahim. Hij vertelt in de ik-vorm. In de proloog is dat in de o.t.t. maar in de andere hoofdstukken vertelt hij in de o.v.t

CHRONOLOGIE:

Het verhaal begint met post rem en dan springt het terug naar ab ovo. Dan speelt het zich af tot en met de post rem en kun je zien hoe het einde zo uiteindelijk is veroorzaakt.

TIJD:

Je kunt nergens in de roman een jaartal of datum vinden, maar wat je wel zeker weet, is dat het een actuele roman is. Dat kun je zien aan het hedendaagse taalgebruik, maar ook aan het gebruik van de sociale media (mobieltjes, msn-online en sms’je en internet met “You Tube”.) Ook wordt er gesproken over de film” The pirates of the Caribbean” en over Louis van Gaal als voetbalcoach.De vertelde tijd omvat ongeveer anderhalf jaar.Het decor is een grote stad, Amsterdam. Verder speelt een belangrijk deel van het verhaal zich af in de pizzeria’s van beide hoofdpersonen. Het meeste gebeurt rondom pizzeria Novarra.

Thema en motieven:
Het is niet zo moeilijk om het thema van deze roman te bepalen. Het gaat om de strijd tussen familieleden. Amar heeft de zaak “Novara”met zijn eigen handen maar met hulp van zijn broer Faris opgebouwd. Maar hij is een moeilijke man die alleen maar van werken weet. Het gaat ook best goed, maar Amar wantrouwt zijn broer en verdenkt hem ervan geld te hebben verduisterd. Dat pikt Faris niet en hij neemt ontslag. Mede aangezet door zijn zoon opent hij zelf een pizzeria en ze doen er alles aan om Novara ten gronde te richten. Het gaat er natuurlijk nu om wie de beste pizzeria heeft en daarbij komt de eer van de familie om de hoek kijken. Wie doet het in het leven het beste?

Een tweede belangrijk motief is jaloezie. Achteraf blijkt waarom Haas de oorlog tegen zijn familieleden is begonnen. Het motief daarvoor is jaloezie. Neef Brahim bezit immers alles:’zijn ouders zijn niet gescheiden, hij doet het goed op school en hij heeft een mooi vriendinnetje. Wanneer hij merkt dat zijn vader Faris ook nog goed kan opschieten met Brahim, wordt hij jaloers en probeert hij zijn oom tegen broer en neef op te zetten. Hij hoopt zo zijn vader terug te krijgen. Maar hij slaagt niet in die opzet.

Een ander belangrijk motief is de jeugdliefde tussen Brahim en Alice. Hoewel ze uit verschillende milieus afkomstig zijn, kunnen ze het heel goed met elkaar vinden. Bewijs daarvoor is o.a. dat Brahim een clip voor haar wil maken als ze jarig is. Hij schaamt zich daarbij niet voor zijn klasgenoten. Wel gaat hij als hij de zaak van zijn vader moet overnemen op de vriendschap inleveren. Hij verzaakt ook de school en zij waarschuwt hem daarvoor, omdat ze het dom vindt dat hij niet meer naar school komt. Brahim is haar echter wel trouw, want hij laat zich niet verleiden tot een zoen aan de buikdanseres, maar door het nare plan van Haas lijkt het allemaal te mislukken. Gelukkig overwint het gezonde verstand bij Alice het ook: ze begrijpt dat Brahim erin geluisd is en ze blijft met hem verkering houden.


Andere motieven zijn:
- Vader-zoon verhouding (die tussen Amar en Brahim en die tussen Faris en Haas)
- Schoolleven
- Drank en drugsgebruik

Eind van het boek:

Het loopt uiteindelijk goed af ondanks Brahim gewond is haalt ‘hij’ toch de keuring. Haas deed zich voor als bram en toen is hij medisch goed gekeurd. Zo hebben ze elkaar weer vergeven en geholpen.

EIGEN MENING:

Mijn verwachting van dit boek toen ik het uitkoos was dat het een spannend en leuk boek zou zijn door de titel. Het is een spannende titel en dat interesseerde mij wel. Ook hoe het boek eruit zag sprak me wel aan. Mijn eindoordeel heeft mijn verwachting denk ik wel vervuld. Het was een leuk en vooral spannend boek omdat je de spanning in je lichaam voelt tijdens de straat races. Het boek was in mijn ogen ook interessanter om te lezen doordat het in de tijd van nu is afgespeeld, boeken over verhalen van vroeger interesseren mij minder. Boeken met verhalen uit de 2e wereldoorlog vind ik minder leuk. Het boek heeft mij wat bijgebracht over vriendschappen, hoe die ook kunnen verlopen behalve het leuk hebben. Verder heeft het me niet erg veel bijgebracht. Het verhaal zelf was wel leuk en origineel. Ik heb nog nooit een soortgelijk verhaal gelezen of erover gehoord. Ook omdat het over 2 buitenlandse families gaat die in Nederland komen wonen is het erg leuk om te zien hoe die mensen in Nederland leven en wat ze doen voor werk. Ik vind het leuk dat je in het begin van het verhaal eigenlijk al het einde leest. Daarna schakel je terug naar het begin van het verhaal en op het eind eindig je weer in het hetzelfde stuk wat in het begin was. Dat vond ik wel grappig om te lezen want zo ken ik geen ander verhaal en het was zo wel interessant. Het zorgt er nu voor dat je perse wilt weten hoe het zover is gekomen tot wat je in het begin leest (het einde van het verhaal dus). Over het algemeen was het dus een leuk verhaal en had het een grappige volgorde.

Conner Timmers

12-6-2018

H4D

Boek 6 - havo 4 - De engelenmaker

De Engelenmaker

Stefan Brijs

Samenvatting:

‘De Engelenmaker’ bestaat uit drie delen en wordt verteld vanuit het oogpunt van verschillende personen in het boek (een alwetend perspectief)

Het eerste deel speelt in het heden en vertelt hoe Doktor Victor Hoppe terugkomt in zijn geboorteplaats Wolfheim, een dorpje vlakbij het drielandenpunt. Met zijn hazenlip en zijn rode haren maakt hij een eigenaardige indruk. Hij heeft drie kinderen bij zich, die naar geruchten een spleet over hun hele gezicht hebben. De bewoners van Wolfheim moeten niets hebben van de rare dokter, maar na een aantal genezingen wordt hij toch geaccepteerd samen met zijn zoons, de spleten over hun gezichten blijken littekens van een hazenlip te zijn. De kinderen lijken sprekend op elkaar, en hebben veel weg van hun vader. De kinderen heten Michaël, Rafaël en Gabriël, net als de aartsengelen.Toch is er iets mis met de kinderen, ze blijven klein en zijn vaak ziek, en net als hun vader tonen ze weinig emoties. De dokter huurt een huishoudster, Frau Maenhout, in. Frau Maenhout komt steeds meer te weten over de dokter en zijn kinderen. De dokter gedraagt zich namelijk erg vreemd; hij toont geen emoties. Nu zou men hem autistisch hebben genoemd, het syndroom van Asperger, maar toen kenden ze dat nog niet. Hij wil absoluut niet dat zij de kinderen over God vertelt (maar wel over Jezus) en de kinderen mogen nooit naar buiten. Daarbij houdt de dokter veel afstand tot de kinderen, hij wil ook dat ze hem vader noemen i.p.v. pap of papa. Als Frau Maenhout bijna achter de waarheid is, die overigens erg schokkend blijkt te zijn, komt zij door een vreselijk ‘’ongeluk’’ om het leven.
In het tweede deel, dat afwisselt tussen Victor Hoppes jeugd en zijn tijd na zijn studie, wordt duidelijk wat er met de dokter en zijn kinderen aan de hand is. Victor Hoppe heeft de eerste jaren van zijn leven als ‘debiel’ in een gesticht doorgebracht. De enige die gelooft dat hij niet debiel is, is Zuster Marthe. Zij leert Victor lezen en zij is dan ook de enige aan wie hij dat laat horen. Na een paar jaar haalt zijn vader hem uit het gesticht. Victor komt terecht op een internaat en daarna op de universiteit. Victor Hoppe heeft in die jaren bedacht dat men slecht of goed kon zijn, niet ertussenin. Hij zag God als het kwaad, omdat hij zijn zoon, Jezus, die in zijn ogen het goede was, in de steek liet toen hij aan het kruis werd gehangen. Victor Hoppe vergeleek zich dan ook veel met Jezus en merkte dat ze veel gelijkenissen hadden, maar hij blijkt een genie te zijn en studeert verder in embryologie. Hij verraste de wetenschap door jonge muizen te produceren die uitsluitend mannelijke of vrouwelijke ouders hadden. Hierna kreeg hij een baan op de universiteit in Aken, en daar kreeg hij geld om muizen te klonen, wat hem ook lukte, alleen later werd het project stopgezet nadat men op basis van zijn aantekeningen de kloning niet kon herhalen en Dokter Hoppe weigerde het te demonstreren. Daarna ging hij zelf verder en slaagde er uiteindelijk in zichzelf te klonen. Hier loog hij de draagmoeder voor, die hij een kind van zichzelf had beloofd. Rex Cremer, de stafarts van de universiteit, is de enige die weet wat er precies aan de hand is. Hij raakt verstrikt in wat hij weet. Nadat de baby’s ter wereld waren gekomen, had Dokter Hoppe ze zelf meegenomen.
In het derde deel, weer het heden, komt Rex Cremer weer opnieuw in aanraking met Doktor Hoppe. Hij ontmoet ook zijn kinderen en Doktor Hoppe vertelt hem wat er mis is met de kinderen. Ze worden te snel oud; elk jaar van hun leven telt voor tien tot vijftien jaar. Dit komt door een ’fout’ in hun chromosomen. Dan komt ook de draagmoeder van de jongetjes haar ‘kinderen’ opzoeken, ze heeft spijt van haar beslissing ze niet te nemen. Maar als ze bij Doktor Hoppes huis aankomt is er al één dood, Michaël. Want dokter Hoppe heeft besloten ze niet meer eten te geven of nog aandacht aan hen te besteden, het experiment (het klonen) was immers mislukt en hij hield zich alweer met andere dingen bezig. Ze brengt de laatste dagen van hun leven met ze door, en als ze erachter komt dat de Dokter de kinderen, inmiddels was Rafaël ook al overleden, op sterk water had gezet had ze hem aangevallen en had hij haar uiteindelijk vermoord. Terwijl de dorpsbewoners de kruistocht van Jezus op de Vaalserberg (vlakbij het dorp) volgen, kruisigt Doktor Hoppe zichzelf. Hij eindigt aan het kruis (net zoals Jezus), terwijl het hele dorp sprakeloos toekijkt. Rex Cremer was ondertussen weer naar het huis van Dokter Hoppe teruggekeerd, en na het aanschouwen van de 3 jongens, Gabriël was nu ook gestorven, op het sterke water en de dode draagmoeder erbij niet aangekund. Hij had vervolgens het hele huis in brand gestoken, opdat niemand hier ooit achter kwam. Rex Cremer voelde zich namelijk verantwoordelijk voor het hele gebeuren. Toen hij zo snel als hij kon uit Wolfheim wegreed kreeg hij zelf een ongeluk waarbij ook hij om het leven kwam.

INFORMATIE OVER DE SCHRIJVER

Stefan Brijs (1969) heeft zich in zijn werk altijd al aangetrokken getoond door de sombere kanten van een mensenleven. In zijn debuutroman De verwording (1997) ' een veelzeggende titel! ' worstelt de hoofdpersoon in beangstigende visioenen met de vrouw als heks. In zijn tweede roman, Arend (2000), komen de gevolgen van mismaaktheid en de afwijzing door de moeder aan de orde. Het is een verhaal over kinderen die nooit geboren hadden mogen worden en wier vroege dood was voorgeprogrammeerd. Het klinkt als een prelude op De engelenmaker, Brijs' derde roman en een boek dat er in alles op wijst dat de auteur met dit boek zijn 'magnum opus' heeft willen publiceren. Volgens de recensent van De Standaard (18 november 2005) is hij daarin geslaagd: 'Stefan Brijs schreef voor het eerst een boek dat er echt toe doet'.

ANALYSE

Thematiek

Thematisch gezien legt Victor Hoppe zijn kaarten al snel op tafel. 'Niets is onmogelijk. Moeilijk misschien wel, maar onmogelijk niet', zegt hij tegen Charlotte Maenhout (p. 82). Iets voorzichtiger geformuleerd herhaalt hij die overtuiging een aantal malen in de roman: 'Soms is wat onmogelijk lijkt, alleen maar moeilijk' (p. 173, 212, 272, 277, 424). Vanuit die visie is Victor Hoppe voortdurend op zoek naar de grenzen van menselijke macht en mogelijkheden. Bij die pogingen tot grensverlegging en grensoverschrijding is hij in gevecht met God, tegen wie hij als een moderne Lucifer ' de drieling draagt niet toevallig engelennamen ' in opstand is gekomen.

God heeft dan misschien de mens geschapen, maar de mens heeft God gemaakt, meent Victor (p. 260). Daarom moeten we God vooral niet overschatten, want dan onderschatten we onszelf. 'Dat is de fout die velen van ons maken', aldus de dokter. 'Ze leggen zichzelf grenzen op' en dat wil hij beslist niet (p. 212). God is zijn grote concurrent, een concurrent die hij beslist het nakijken wil geven. Zijn levensdoel is namelijk 'om levens te geven' (p. 211). In concreto betekent dat: mensen maken door mensen te klonen.

In dat gevecht met God speelt de tegenstelling goed-kwaad een overheersende rol. Door Victors geloofsopvoeding met het beeld van een strenge, straffende God, is God voor hem de personificatie van het kwaad geworden. Dat heeft Hij ten overvloede bewezen door Zijn zoon Jezus in de steek te laten, toe te laten dat die werd verraden, veroordeeld en gedood. In Jezus' lot ziet Victor een duidelijke parallel met wat hij zelf van zijn vader heeft ondervonden. Daarom is Jezus zijn rolmodel geworden, de personificatie van het goede, en is zijn eigen streven hier op aarde louter goed te doen. Victors tragiek is dat hij er uiteindelijk niet omheen kan dat zijn streven om goed te doen veel onheil heeft aangericht. De zwartwittegenstelling van goed en kwaad blijkt niet op te gaan: het kwaad schuilt ook in hemzelf (bijvoorbeeld p. 143).

Een andere tegenstelling in de thematiek is die tussen genialiteit en waanzin. Waar ligt de grens tussen die twee? Is Victor Hoppe een genie of een gek? Aanvankelijk ontpopt hij zich als een wonderkind, een klein genie. Maar hij vertoont steeds meer monomane trekken. En op de faculteit in Aken stelt men zich de vraag: Moet je een genie afremmen als die ook tekenen van waanzin vertoont? Ten slotte overschrijdt Victor overduidelijk een grens en gaat als godsdienstwaanzinnige ten onder in een zelfgekozen dood. Maar waar lag precies de grens?

Titel en Motto's

De titel De engelenmaker verwijst naar het feit dat Victor Hoppe de door hem gefabriceerde drieling namen van engelen heeft gegeven. Die naamgeving hangt allereerst samen met hun geboortedatum, 29 september, de naamdag van Sint Michaël. Dat de gekloonde jongetjes alle drie naar aartsengelen zijn vernoemd, zal er wel op duiden dat Victor Hoppe ze eigenlijk als wezens van een andere orde beschouwt.

Structuur en Techniek

De engelenmaker is een drieluik met een hechte structuur en een ingenieuze plot. Pas bij herlezing blijkt hoe geraffineerd alle details in elkaar grijpen en naar elkaar verwijzen.

Deel I beschrijft chronologisch in elf hoofdstukken het leven in Wolfheim van 13 oktober 1984, de verrassende terugkeer van dokter Hoppe, tot 29 oktober 1988, de fatale val van Charlotte Maenhout. De roman begint als een dorpsvertelling met bekende ingrediënten als roddel, jaloezie, bijgeloof en angst. Maar al gauw hangt er een sfeer van dreiging en onheil, culminerend in de cliffhanger waarmee het eerste deel eindigt.

Deel II kent geen hoofdstukindeling, maar bestaat uit twee grote, met elkaar vervlochten flashbacks. De ene lange flashback vertelt over Victors prille jeugd in het krankzinnigengesticht en op de basisschool. De andere over zijn wetenschappelijke loopbaan en zijn experimenten als embryoloog. De overgangen tussen de twee flashbacks zijn typografisch gemarkeerd door drie sterretjes, maar vertonen soms ook inhoudelijk een verrassend verband (zoals op p. 151: 'Adem! Adem!'). Dit deel bestrijkt een periode van bijna veertig jaar: 1945 tot 1984 en besluit opnieuw met een echte cliffhanger.

Deel III hervat in grote lijnen het chronologisch vertelde verhaal van deel I. In twaalf hoofdstukken schrijdt de dorpsgeschiedenis voort van 29 oktober 1988 tot 21 mei 1989. De roman wordt grotendeels verteld door een alwetende verteller. Deel I en III kennen echter flinke gedeelten met een personaal vertelperspectief. Die fragmenten worden verteld vanuit Charlotte Maenhout en Rex Cremer, in die respectievelijke delen de voornaamste tegenspelers van Victor Hoppe.

Stefan Brijs' verteltechniek herinnert aan het determinisme van de vroegere naturalisten. Bij hen werd alles bepaald door erfelijkheid en milieu. Bij Brijs wordt de gang van het verhaal bepaald door genetische factoren, een nieuw soort noodlot waar de mens zelf de hand in heeft.

Personages

Er treden in de roman veel personages op, maar alles draait toch uiteindelijk om het doen en laten van Victor Hoppe. Naar de huidige stand van zaken zou hij gediagnosticeerd zijn als lijdend aan het syndroom van Asperger, een milde vorm van autisme. Algauw blijkt hij niet alleen hoogbegaafd maar ook behept met bepaalde ontwikkelingsstoornissen. Dat verklaart later zijn monomane werkkracht, zijn fanatieke volharding en zijn compromisloze rechtlijnigheid. Maar het is ook de oorzaak van zijn geslotenheid, zijn gevoelsarmoede, zijn onvermogen tot empathie, zijn meedogenloosheid. De drieling bijvoorbeeld is voor hem louter object van wetenschappelijk onderzoek; liefde en begrip ontbreken volledig.

In Victor heeft zich een merkwaardig vervormd christelijk geloof ontwikkeld. Jezus is zijn identificatiemodel: op die manier wil ook hij louter goeddoen. Daartegenover is God voor hem, zoals gezegd, de personificatie van het kwaad. Maar als zijn vader, die zichzelf verhangt, in een afscheidsbrief aan hem schrijft: 'Goed doen alleen is niet genoeg. Het kwaad moet ook bestreden worden' (p. 301), is dat voor hem een schokkend inzicht. Vanaf dat moment moet hij God niet alleen willen overtreffen, hij moet God (het kwaad) ook bestrijden. Uiteindelijk breekt in hem het inzicht door dat het kwaad ook in hemzelf zit, dat hij tal van doden op zijn geweten heeft. Vanaf dat moment identificeert hij zich niet langer met Jezus als wel- en wonderdoener maar met Jezus in diens lijden en sterven. Een boetedoening voor het kwaad dat hij heeft aangericht.

Taal en Stijl

Stefan Brijs' stijl kenmerkt zich door een sober, efficiënt taalgebruik. Quasineutraal observeert en registreert hij heel scherp. Dat taalgebruik leent zich voortreffelijk zowel voor de eigen toon van dorpsroddel en dwaze kroegconversatie als voor de weergave van wetenschappelijke discussies en uiteenzettingen. Bijzonder effectvol is de botsing van die sobere, realistische stijl en de bizarre, surrealistische inhoud van het verhaal. Door het ver doorgevoerde realisme ' de groteske voorvallen worden met datum, dag en uur vastgelegd ' wordt het onwaarschijnlijke geloofwaardig gemaakt. Het is op stilistisch gebied een vorm van magisch realisme.

Brijs gebruikt veel karakteriserende namen, zoals Wolfheim: het huis van de wolf; of Victor, de man die ernaar streeft overwinnaar te zijn en dan ook woont in de Napoleonstrasse (maar daar evenzeer zijn Waterloo vindt). Ook is er veel christelijke symboliek verwerkt in het verhaal. Enkele voorbeelden hiervan: de boom in de tuin van het doktershuis verwijst zowel naar de boom der kennis van goed en kwaad in het paradijs als naar de boom waaraan Judas zich verhing. De heilige Rita, patrones van het dorp én patrones van hopeloze zaken, wordt uiteraard aangeroepen als een dorpsjongen in een knikker dreigt te stikken, maar is ook degene voor wie aan het eind de 'hopeloze' bedevaart naar de calvarieberg wordt georganiseerd. En in onheilspellende situaties laat Brijs steeds weten dat er veel vliegen rondzwermen (p. 305, 370, 404, 413-415). De duivel is immers 'de Heer van de vliegen'.

Eigen mening

Ik vond het boek in het begin wat onduidelijk. Ik volgde niet helemaal Wie Victor Hoppe was en wat hij deed. Hij werd voorgesteld als vreemde man die niet zoals anderen was. Ik vond het raar dat hij 3 kinderen had zonder dat er werd verteld over een vrouw. Ik vond het daardoor wel interessant want ik was benieuwd wat er met hem zou gebeuren en hoe het dorp op hem reageerde. Ik vond het fijn dat het 2e deel meer duidelijk maakte over de geschiedenis van Hoppe en zijn kinderen. Het werd me toen een stuk duidelijker hoe hij was en wat hem zo raar maakte. Ik vond het interessant om te lezen hoe hij zijn kinderen ‘produceerde’ en wat zijn gedachte daarbij was. Hij wilde ze niet teveel aandacht schenken om afstand van ze te bewaren wat ik erg raar vind. Ik vond het raar om te lezen dat Hoppe geen interesse meer heeft in de kinderen omdat hij vind dat het ‘project’ gefaald is en dat de draagmoeder ze later verzorgd. Het einde was onverwachts omdat het geheim van de kinderen nooit openbaar is geworden omdat Cremer het huis in brand had gestoken en zelf een ongeluk kreeg. Ik vond het al met al een interessant boek maar wel een beetje langdradig.

http://uittrekselbank.nbdbiblion.nl/uittrekselbank/abonnee/detail?tek_id=295034

Conner Timmers

13-6-2018

H4D

Boek 7 - havo 5 - J. Kessels: The Novel

J. Kessels: The Novel - P.F. Thomése

Samenvatting van de inhoud
- Part One”: Een vreemd effect
De verteller wordt benaderd door een man uit zijn verleden. Hij heet (Berend) Bertje de Braaij en zijn familie bezat een snackbar waarin vooral vette frieten en frikadellen werden geserveerd. (de cafetaria Van Vroeger) Ook heeft hij een heel levendige herinnering aan de geile Birgit de Braaij (B.B.) Ze stond met haar heerlijk uitstekende billen voorde jukebox te heupwiegen en bij dat beeld heeft hij jarenlange erotische fantasieën gekoesterd. Berend wil de verteller een opdracht laten vervullen in Duitsland en hij vraagt ook of zijn vriend J. Kessels hem daarbij wil helpen. Die heeft nogal wat expertise op het Duitse terrein. Die wil wel mee en in een Toyota Kamikaze ondernemen ze de reis. (Thomèse, Kessels en Berend) Onderweg wordt veel harde en vooral Amerikaanse muziek gedraaid door Kessels. Dan volgt er ook werkoverleg: de mannen moeten een naar Hamburg gevluchte Bredanaar (Nac-fan) terughalen naar Nederland. Die is bekend in de p*rnowereld. Hij heet Perry Boone. Ook onderweg moet de verteller steeds terugdenken aan de geile zuster van Berend.
- Part Two: Kutstank in Sankt Pauli
De verteller en Kessels nemen hun intrek in een derderangshotel in de ho*renbuurt van Hamburg (Reeperbahn)Berend wil daar niet logeren en neemt een ander hotel. De twee mannen gaan zich in de ho*renbuurt vermaken en komen in een parkeergarage terecht waar ze door ho*ren kunnen worden “genomen” in een aantal klaarstaande Opel Kadetjes. Thomèse krijgt een betalingsprobleem met de ho*r en dus ook met haar pooier (een Turk) Uiteindelijk betaalt hij 30 euro voor een potje neuken dat hij niet voltooide. Kessels weet alles van Duits voetbal en ze zijn op zoek naar een Nac-fan die ook naar het voetbal in Hamburg zal zijn gegaan. Dat moet dan de bizarre ho*renclub Sankt Pauli zijn die midden in de ho*renbuurt ligt. Het is een bizarre vertoning: er is werkelijk een heel ho*renvak, waar de ho*ren slipjes en bh’s op het veld gooien en er allerlei erotische handelingen op het tribunevak worden vertoond. Een Duitse supporter geeft aan dat hij niet meer met zijn zoontje naar het voetballen kan. De wedstrijd zelf is een parodie op voetbal: een dj speelt keiharde muziek . Dan zien ze ineens in dat vak de gezochte NAC-supporter. Ze waarschuwen Berend die met de hulp van een Duitse steward de man van de tribune aalt. Ze boeien hem. Wanneer Kessels en de verteller naar hun Toyota lopen, zien ze dat er een dode Turk in de kofferbak ligt. Het is de Turk die ze hebben ontmoet in de parkeerkelder.
- Part Three : Volle bak
Daarna halen ze Berend op met de Nac-supporter. Hij moet mee in de auto maar stribbelt wel een beetje tegen. Berend begint te zeuren dat het zo stinkt in de auto ( dat moet de dode Turk zijn) Dan blijkt dat Perry Boon de echtgenote is van zijn zus Birgit (de geile meid uit Thomèses jeugd) en lekker vreemd gaat in Hamburg met zijn lekkere ho*ren. Hij is echt een beetje een p*rnokoning. De stank blijft en dan blijkt dat Perry in zijn broek gescheten te hebben. Berend moet hem gaan verschonen en zo krijgen Kessels en Thomèse de mogelijkheid om net te doen alsof het lijk door “Polen” in de kofferbak is gelegd. Of is de NAC-man schuldig aan de dood? Boone is naar een ho*r geweest in Hamburg en Berend de Braaij vindt dat zijn kutzwager dat niet moet doen. In opdracht van zijn zus gaat hij hem dus terughalen. Ook onderweg denkt de verteller steeds terug aan de geile, heupwiegende billen van Birgit, zoals ze voor hem bewoog in de snackbar van haar ouders. Dat is inmiddels toch wel een jaar of dertig geleden. Hij maakt ook steeds opmerkingen over het schrijverschap van hemzelf en dat zorgt voor een zeker “Verfremdungseffekt”.
- Part Four: De merkwaardige thuiskomst van de hete burrito in de cafeteria van vroeger
Ze komen weer in Nederland en ze rijden meteen door naar Breda, waar Perry Boone woont. De verteller ontmoet sinds jaren de door hem begeerde Birgit: ze leveren Perry af die overhoop wordt gescholden door het viswijfachtige lijf van Birgit. Die heeft bovendien een al even uitdagende dochter Birgit 2 (Silleke) die net zo geil heupwiegend door het leven gaat als haar moeder vroeger. Kessels voelt zich tot de jonge meid aangetrokken en Birgit maakt werk van Thomèse. Nu het begeerde doel zo onder hand -en gulpbereik is, wil die echter niet meer zo graag als vroeger tijdens zijn fantasie. De twee vrouwen laten de schrijver zijn boeken signeren. Dan blijven de vrouwen hen opgeilen en ze krijgen ook nog eens vette snacks (frikadellen – de berenlullen) toegediend. De dode Turk is inmiddels in de groencontainer verdwenen en Berend vertelt dat Perry Boon de dode Turk in hun auto heeft gelegd. Hij vertelt van een crime passionel, want de ho*r uit de parkeerkelder was het lievelingetje van de Turk die haar had veroverd. Daarom moest die dood. Boone had haar in de kelder “genomen.” Zo wil Bert alles in de schoenen van anderen schuiven. Wanneer de twee B.B.’s de mannen maar blijven opgeilen, wordt Thomèse het ineens zat. Hij zet het op een lopen en rent naar de auto. B.B. werpt zich nog op de motorkap, maar ze zijn onverbiddelijk. Ze rijden over de hond van Boone en gaan dan op weg naar Tilburg. Kessels geeft aan dat het jonge meisje helemaal niets voor hem is en dat hij meer op de oudere Birgit geilde. Dan komen ze in Tilburg aan. Kessels geeft Thomése nog 30 euro: die had hij afgetroggeld van Berend, want die had Thomése moeten betalen voor een niet voltooid potje neuken. Kessels wil niet graag dat zijn vriend bedonderd wordt.

Eigen mening:

ik vond het een erg ingewikkeld boek om te lezen. Ik vond bij dit boek het erg lastig om mijn concentratie er bij te houden. Hierdoor werdt het voor mij lastig om in een fatsoenlijk tempo het boek uit te lezen. In het boek werd erg veel informatie en ervaringen gedeeld die je niet nodig had om het boek beter te begrijpen, daardoor dwaalde ik vaak te ver af van de verhaallijn waardoor het boek voor mij onduidelijk werd. Wanneer de schrijver niet zoveel onnodige informatie had gegeven denk ik dat het voor mij een stuk leuker boek was. Het meest jammere aan dit boek vond ik dat het leek alsof het allemaal aparte verhaaltjes waren. De schrijver had geen duidelijke verhaallijn. Daarentegen had de schrijver wel steeds duidelijk waar het verhaal zich afspeelde en met wie.

Conner Timmers

12-1-2019

H5D

Boek 8 - havo 5 - Hersenschimmen

Hersenschimmen

J. Bernlef

Samenvatting

Hersenschimmen vertelt het verhaal van iemand die langzaam maar zeker begint te dementeren en de gevolgen die dit voor hem en zijn omgeving heeft.

Maarten en Vera Klein wonen al jaren gelukkig in Gloucester, Massachusetts (Verenigde Staten). Langzaam maar zeker begint Maarten heden en verleden door elkaar te halen. Het begin heel klein, op het moment dat hij niet meer weet welke dag het is en op een zondag wacht tot de schoolbus langs zal komen of als hij steeds vaker in gedachten verzonken is. Langzaam maar zeker kan hij zich dingen niet meer herinneren en als hij zich iets herinnert, gaat hij volledig in die herinnering op. Zo denkt hij op een dag dat hij weer op de kleuterschool is en van de juf de potlodendoos mag halen. Hij loopt de gang door naar het materiaalhok en klimt op een stoel om de doos te gaan zoeken. Dan staat Vera plots achter hem en haalt hem uit de droom. Hij blijkt op de keukenstoel in hun washok te staan. Later geeft hij hele rare antwoorden op vragen, omdat hij net ergens anders met z’n gedachten was. Als Vera hem een keer vraagt wat hij zo lang in de keuken deed, antwoordt hij bijvoorbeeld vangstquota. Uiteindelijk gaat dit nog een stapje verder en breekt hij in bij een vakantiehuisje waar vroeger de vergaderingen van zijn bedrijf waren omdat hij denkt dat hij te laat op zijn vergadering komt. Ook vergeet hij dat mensen en dieren dood zijn en vraagt dus steeds naar hen als anderen langskomen. Een keer begint hij plotseling naar de snoepreepjes die zijn oma altijd voor hem achter in de buffetkast verstopte te zoeken.
Vera wordt steeds ongeruster en als Maarten weg begint te lopen van huis laat ze uiteindelijk een meisje, Phil Taylor, in huis wonen die op Maarten kan passen als zij weg is. Maarten vergeet echter steeds wie ze is. Eerst ziet hij haar aan voor een vriendin van zijn dochter, dan voor zijn vroegere piano juf en uiteindelijk voor zijn dochter. Ook van Vera vergeet hij soms wie ze is.

In het boek wordt ook de moeilijker wordende relatie tussen Vera en Maarten weergegeven. Een eerste beschrijving die Maarten van haar geeft (zie eerste quote, een stuk terug in dit verslag) is nog heel scherp, bij kennis. Meer op het einde heeft hij het echter over een oude vrouw, die er een beetje verfomfaaid uitziet met haar vochtig neerhangende slappe bruine krullen en haar gerimpelde hals (p. 134). Later herkent hij haar niet meer op foto’s en uiteindelijk weet hij helemaal niet meer wie ze is.

In het laatste deel van het boek weet Maarten zelf niet meer wie hij is. Eerst heeft hij het nog over “mijn spullen”, “ik kan ..” etc. Maar naarmate hij verder aftakelt begint hij in derde persoon over zichzelf te praten, om het uiteindelijk alleen nog maar over ‘het’ te hebben. Tegelijk met deze verandering in benoeming van zichzelf, trekt hij zich steeds meer in zijn hoofd terug. Hij communiceert bijna niet meer met de buitenwereld, maar denkt in onsamenhangende zinnen en fragmenten aan wat er om hem heen gebeurt. Een van de redenen hiervoor is dat hij ook steeds meer moeite met het Engels begint te hebben, en soms even de taal niet meer lijkt te verstaan. Op het laatst zijn Maartens gedachten zo onsamenhangend en fragmentarisch dat er bijna niet meer duidelijk is wat er nou met hem gebeurt. Wel weet hij op zijn sterfbed weer even wat er om hem heen gebeurt en zoekt en vindt hij Vera’s hand, al weet hij haar naam niet meer.

Eigen mening:

Ik vond het boek hersenschimmen een leuk boek om te lezen. Ik wist van te voren niet goed of het een boek voor mij zou zijn maar ik had de gok toch genomen omdat ik benieuwd was hoe het zou uitpakken. Toen ik eenmaal begonnen was las ik erg vlot door het boek heen. Het was voor mij persoonlijk erg fijn dat de schrijver niet erg moeilijke woorden gebruikte waar ik dus ook niet in kon blijven hangen. Ook vond ik het interessant hoe Vera, de vrouw van de Maarten, omging met de dementie van Maarten. Ik heb zelf ook een oma die dementie heeft dus ik weet hoe het er ongeveer aantoe gaat maar ik was erg benieuwd naar hoe de vrouw er mee om ging want zij staat ten slotte toch iets dichter bij haar man dan ik bij mijn oma en zij ervaart het dus ook anders. Een minpuntje aan het boek vond ik hoe het verhaal op het einde liep. Het werd een beetje onduidelijk wat er nou met Maarten aan de hand was en waar hij last van had. Er werden veel dingen genoemd die met hem gebeurde en dat was best onduidelijk omdat er hierdoor veel kris kras door elkaar ging.

Conner Timmers

23-9-2018

H5D

Boek 9 - havo 5 - Roxy

Roxy

Esther Gerritsen

Samenvatting

Op haar zeventiende jaar trekt Roxy vanuit haar ouderlijk huis in bij de veel oudere, rijke Arthur, van wie ze een dochtertje Louise krijgt. Haar vader was als vrachtwagenchauffeur weinig thuis en haar moeder is in de jeugd van Roxy vaak dronken. Bij de oudere (57) Arthur vindt ze de bescherming die ze miste en in zijn huis schrijft ze enkele boeken, waarvan alleen de eerste succesvol is, het boek waarin ze afrekende met haar jeugd. Het heet "De Truckersdochter" en beschrijft een reis die ze op haar 13e met haar vader maakte in zijn truck. Het huis van Arthur wordt haar veilige haven. Elke verstoring van het rustige evenwicht werkt verstikkend, zelfs een bezoekje van een monteur. “Eerst zijn er de uren waarin ze op de vreemdeling wacht, dan is het huis al niet meer van haar. Als zo’n man eindelijk aanbelt en ze de deur opent, lijkt de zuurstof het huis te verlaten.”
Maar de twee agenten die op een ochtend voor haar deur staan, moet ze natuurlijk wel binnenlaten. Roxy is intussen 27 jaar. Arthur heeft een auto-ongeluk gehad, hij is op de vluchtstrook gevonden, naakt, met een stagiaire in de auto. Vanaf dat moment loopt het huis van Roxy weer vol met mensen die allemaal iets van haar willen. (Jane, de secretaresse van Arthur, Feike de oppas, haar ouders die bij haar willen blijven logeren om haar te verzorgen en Marcel de begrafenisondernemer die wel erg goed let op de noden en behoeften van Roxy.') Ze voelt zich er ongemakkelijk door. Ze wil het liefst voor alles en iedereen vluchten, maar ze heeft in tegenstelling tot vroeger nu wel een kind voor wie ze moet zorgen.

Jane regelt daarna de begrafenis en daarna willen haar ouders wel in huis komen om voor haar te zorgen. Maar dat benauwt haar. Humorvol is de situatie dat ze met de begrafenisondernemer een seksuele relatie aangaat, maar ze laat het nieuws ook net zo makkelijk uitlekken aan de media, omdat ze wraak wil nemen op overspelige mannen.
Daarna besluit ze dat met zijn drieën toe zijn aan vakantie. Ze stappen in de auto en rijden via België (waar ze weer seks heeft met een verder onbekende man in een hotel ) naar Frankrijk. Ook hier gedraagt ze zich volgens Jane en Feike onverantwoordelijk en die laten dat duidelijk merken. Ze vinden dat ze echt gestoord is.

Roxy neemt contact op met haar vader en vraagt of hij haar wil komen halen. De goede man komt direct naar Zuid-Frankrijk: ze spreken af in Marseille. Intussen heeft Roxy in een opwelling een aantal schapen gedood: ze draait die 's nachts om en de dieren kunnen zich niet meer terugdraaien en sterven door gebrek aan lucht. De volgende morgen zijn er zeven schapen dood. Ze vluchten ook dat hotel weer uit. Roxy wil dat de anderen hun vakantie met Louise voortzetten en dat zij met haar vader terugrijdt. Maar als vader en Roxy elkaar ontmoeten, besluit ze dat toch weer niet te doen en naar Louise terug te keren. Wat er verder gaat gebeuren met Roxy, vermeldt het open einde niet.

Eigen mening:

Ik vind het boek Roxy een redelijk leuk boek. Er gebeurt heel veel in het verhaal waardoor ik benieuwd bleef naar wat het volgende was wat stond te gebeuren. Dat er in dit boek zoveel gebeurde heeft niet alleen maar voordelen want soms raakte ik doordat er heel veel vertelt werd erg in de war. Wanneer de man van Roxy komt te overleiden komen er erg veel mensen in haar huis en ieder met een eigen reden. Dat vind ik wel een goed voorbeeld van hoe het vaker in het boek ging want er werd niet echt duidelijk vertelt wie welke boodschap had en wat dat voor meerwaarde had aan het boek. Verder was er in het boek wel een erg duidelijke plaatsaanduiding. De schrijver vertelt in dit boek erg duidelijk waar het verhaal zich afspeelt en wanneer Roxy zichzelf verplaatst naar een andere plaats wordt dit door de schrijver duidelijk aangegeven.

Conner Timmers

4-2-2019

H5D

Boek 10 - havo 5 - De kleine blonde dood

De kleine blonde dood

Boudewijn Büch

Samenvatting

Boudewijn blikt terug op het leven van zijn zoon en zijn eigen jeugd. Hoewel Boudewijn zijn best doet om een goede vader te zijn voor Micky, past een kind eigenlijk niet zo goed in zijn levensstijl. Zo gaat hij bijvoorbeeld wel met hem naar de dierentuin, maar neemt hij Micky daarna ook nog mee de kroeg in, terwijl het kind duidelijk vermoeid en niet lekker is. Ook Mieke, de moeder van Micky, leidt niet het leven dat je van een moeder zou verwachten. Ze heeft een alcoholprobleem en Boudewijn en Mieke verwijten elkaar geen goede ouders te zijn. Boudewijn en Mieke zijn tien jaar bij elkaar geweest, maar nu bindt alleen Micky hen nog aan elkaar. Mieke was vroeger de lerares Engels van Boudewijn en blijkbaar is Boudewijn tijdens hun relatie met een man naar bed geweest. De moeder van Boudewijn wil niets met Micky te maken hebben omdat ze bezwaar heeft tegen de relatie die Boudewijn met Mieke had.
Vanwege haar drankprobleem besluiten Mieke en Boudewijn dat Micky bij hem zal wonen. Wanneer Boudewijn op vakantie gaat en het echtpaar dat op Micky zou passen hem aan Mieke meegeeft, valt Micky van de trap en raakt in een coma. De dokter vertelt Boudewijn dat Micky gevallen is omdat hij een gezwel in zijn hoofd had dat is geknapt. Zo’n drie weken later vertelt de dokter dat Micky klinisch dood is. Er wordt besloten de machines die Micky in leven houden uit te schakelen.

De vader van Boudewijn wordt gezien als oorlogsheld omdat hij – van oorsprong een Duitser – voor Nederland gevochten heeft, maar hij heeft psychische schade aan de oorlog overgehouden. De vader van Boudewijn gaat steeds gekke gedrag vertonen en al gauw nemen de mensen in het dorp hem niet meer serieus. Boudewijn doet zijn best om het zijn vader naar de zin te maken, maar zijn vader is onredelijk en agressief tegen hem. De moeder van Boudewijn cijfert zichzelf weg en doet er van alles aan om haar man rustig te houden. Boudewijn wordt constant verscheurd door enerzijds zijn loyaliteit aan zijn vader en anderzijds de schaamte voor het gedrag dat zijn vader vertoont. Boudewijn begrijpt dat zijn vader erg lijdt en hij weet dat hij bepaalde onderwerpen beter niet kan aansnijden, maar hij begrijpt niet echt waar de gekte van zijn vader vandaan komt. Boudewijn staat vaak tussen zijn ouders in.
Toen Boudewijn in de vijfde klas hoorde te zitten, hebben zijn ouders hem zonder duidelijke reden naar een inrichting gebracht. Zelf zegt Boudewijn erover dat ze dat deden omdat hij bijvoorbeeld begon te schreeuwen wanneer zijn vader zijn moeder met een kachelpook achterna zat. De artsen meenden dat Boudewijn aan zenuwtoevallen leed en dat de boslucht hem wel zou genezen. De aanhoudende buikpijn die hij heeft, wordt op dezelfde manier verklaard, tot na twee jaar blijkt dat Boudewijn al die tijd al aan een blindedarmontsteking lijdt en in levensgevaar verkeert. Boudewijn ligt een paar maanden in het ziekenhuis en in die tijd is zijn vader zijn meest trouwe bezoeker. Later scheiden zijn ouders en als Boudewijn al volwassen is, pleegt zijn vader zelfmoord.

Eigen mening:

Ik vond het boek de kleine blonde dood een prima boek om te lezen. Ik kan niet zeggen dat ik het echt een heel leuk boek vond omdat het niet helemaal mijn type boek was. Ik vind het leuk dat er een emotioneel verhaal werd vertelt in het boek. Ook vind ik het erg knap van de schrijver hoe hij een soort van twee verhalen in een boek vertelde. Hij vertelde over de vader en over de zoon van Boudewijn en dit vond ik knap hoe dat gedaan werd. Jammer hieraan vind ik dat er eigenlijk een heel emotioneel verhaal werd vertelt maar op de manier van schrijven van de schrijver drongen de emoties niet echt op me door. Hierdoor kreeg ik niet helemaal medelijden met de hoofdpersoon en hierdoor kwam ik dus eigenlijk ook niet helemaal goed in het boek. Ik denk dat ik dit boek alsnog 3 van de 5 sterren geef omdat de schrijver op een knappe manier een mooi emotioneel verhaal vertelt. Ik geef niet meer sterren omdat ik niet volledig in het boek kwam en dat vind ik jammer en een klein minpuntje.

Conner Timmers

15-2-2019

H5D

Wat is je startpositie?

Aan het einde van havo 5 moeten jullie een mondeling examen afleggen over 10 gelezen boeken. Deze boeken lees je in havo 4 en havo 5.

Het is natuurlijk niet zo dat je pas in havo 4 begint met lezen. Jullie hebben allemaal al eerder boeken gelezen. De één misschien wat meer boeken dan de ander. De één leest alleen, omdat het moet, terwijl de ander ook voor zijn of haar ontspanning leest.

Eén van de doelen die we in havo 4 en 5 met lezen hebben, is dat je je ontwikkelt op het gebied van literatuur. Je gaat nog beter ontdekken welk type boek past bij jou en waarom. Aan het einde van havo 5 moet je een beargumenteerde mening kunnen geven over gelezen boeken.

We hebben dus een doel in havo 5, maar om een doel te hebben, moet je ook weten waar je gestart bent. Daarom de volgende opdracht voor jullie:
Denk eens terug aan de boeken die je gelezen hebt. Denk je dat dit literatuur of lectuur is? Wat is eigenlijk het verschil tussen literatuur en lectuur? Beantwoord de vorige vragen en verwerk je antwoorden in een goedlopend geheel.
Kies één van de boeken uit die je recentelijk gelezen hebt. Welk boek kies je en waarom? Raad je mensen dit boek aan of juist niet? En waarom? Beantwoord ook deze vragen en verwerk de antwoorden in een goedlopend geheel.

Plak je antwoorden hieronder

Ik denk dat mijn gelezen boeken literatuur boeken waren omdat ze voor zo ver ik het nog weet best wel redelijk voldoen aan het literatuur lijstje. Literatuur boeken zijn boeken die diepzinniger zijn en lastiger te begrijpen zijn. Vaak zijn lectuur boeken meer voorspelbaar dan literatuur boeken. In mijn gelezen boeken kwamen er wel eens flashbacks over dingen die eerder gebeurt zijn.

Ik kies het boek Valse Start van Gerard van Gemert omdat dat boek misschien wel het leukste boek is wat ik ooit heb gelezen. Ik raad dit boek zeker aan omdat er veel spanning, drama en onschuld in zit maar het gaat ook over sport. Het boek Valse start gaat over een jongen die vaak voor zijn moeder moet invallen in een buurtwinkeltje. Vaak is zijn basketbaltraining hier de dupe van. De moeder van de jongen en hij zelf zitten best wel krap bij kas. De jongen kan het lidmaatschap niet betalen dus moet hij geld lenen van een aantal jongeren maar op het moment dat de jongen dit niet terug kan betalen dreigen ze met een inbraak op de buurtwinkel waar zijn moeder werkt. Het boek is erg spannend en je leeft erg mee met de jongen omdat hij valsbeschuldigd wordt.

Conner Timmers - Wikiwijs Maken (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Pres. Lawanda Wiegand

Last Updated:

Views: 5287

Rating: 4 / 5 (71 voted)

Reviews: 94% of readers found this page helpful

Author information

Name: Pres. Lawanda Wiegand

Birthday: 1993-01-10

Address: Suite 391 6963 Ullrich Shore, Bellefort, WI 01350-7893

Phone: +6806610432415

Job: Dynamic Manufacturing Assistant

Hobby: amateur radio, Taekwondo, Wood carving, Parkour, Skateboarding, Running, Rafting

Introduction: My name is Pres. Lawanda Wiegand, I am a inquisitive, helpful, glamorous, cheerful, open, clever, innocent person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.